17.1.12

De toestand nu, wanneer het er niet meer zit

a : En?
b : Ik zie het niet meer zitten.
a : Meen je dat?
b : Daarnet zag ik het dààr nog zitten hoor, maar nu is het weg.
a : O, op die manier.
c : Wat zitten jullie hier?

a&b in koor : Wij zien het niet meer zitten.

Geen opmerkingen: