16.1.12

De bril



Er was eens een man die een bril had gemaakt waardoor heen je de waarheid kon zien. Nu wilde hij uiteraard zeker zijn of het geval wel werkte. Daarom vroeg hij zijn vrouw om hem uit te proberen. Maar zij, want zij kende hem onderhand wel, stond daar niet om te springen.
"Als het nu een bril was geweest om leugens te doorzien, of kwade bedoelingen, maar dìt…"
"Kom nou Em, wie is er nu beter geplaatst om die bril te testen dan jij. Jou kan ik ten volle vertrouwen!"
Dat was het nu net. Em had òòk altijd haar best gedaan om hem te vertrouwen en hem altijd het voordeel van de twijfel gegund.
"Tou nou Em, ik smeek je!"
Onder zulke druk gaf Em toe en zette de bril op.
Ja hoor, het was eerst wat wennen aan de nieuwe manier van kijken, maar ineens zag zij de hele waarheid. Volledig, zoals hij ze altijd wel had verteld, maar in een totààl andere volgorde. Hoe blind was ze toch altijd geweest!
"En?" vroeg de man vol gespannen ongeduld.
"Hier, kijk dan zelf," antwoordde Em, toen ze weer in staat was om te spreken.
Toen, nu hij bij zijn vrouw zag wat de waarheid bewerkstelligde, begreep hij hoe belangrijk zijn uitvinding wel was, en waarom hij haar beter verborgen hield.

Geen opmerkingen: