zaterdag 10 december 2011

Baldor



Het moet iets atavistisch zijn, een betere verklaring heb ik er niet voor. Uit stamboomonderzoek is vroeger trouwens al gebleken (tot mijn eigen stomme verbazing dat kan ik u verzekeren, want ik ben de kleinste niet) dat ik afstam van een Scandinavische kabouterlijn. Wat dààr echter ook van weze, één ding is zeker: mijn penis is kaboutervormig geworden. Hij lijkt sprekend op een van die kabouters die Rien Poortvliet heeft bestudeerd (Die in de greppel op blz. 13. van zijn opus magnum, dit terzijde voor de kenners). Compleet met puntmuts, werkmansbroekje en laarsjes. Alleen zijn baard is nog niet volgroeid. Aanvankelijk, ik zag niet in wat er precies aan de hand was, probeerde ik het met zalfjes en kruidenpommades tegen te gaan, maar er is geen kruid tegen gewassen. Ik heb er vele geprobeerd.

Wat u nu uiteraard het meest interesseert is dat hij mijn seksleven inderdaad totaal ondersteboven heeft gegooid. Maar waar je zou denken dat ik er kwalitatief op achteruit ben gegaan, blijkt net het omgekeerde. Het gaat beter dan ooit. Mijn vrouw is helemaal in de ban van mijn penis. Ze gaat er veel vertrouwder mee om ook dan vroeger. Na ieder hoogtepunt voert zij er nu gesprekken mee, van een niveau waar ik slechts van kan dromen. Dat was vroeger wel anders! Baldor, zo noemt zij hem, en hij aanvaardt dat, is dan ook een buitengewoon welbespraakt ventje. Dat heeft allemaal veel meer belang dan ik vermoedde. Maar het is natuurlijk niet alleen dàt, hij heeft ook enorm trefzekere vingertjes. Dat zegt zij keer op keer: „Hij lijkt precies te begrijpen, néé, te voèlen, wat ik nodig hebt.”

„Je zou er iets mee moeten doen,” adviseerde een vriend die ik in vertrouwen nam, danig onder de indruk nadat hij het zaakje grondig had bekeken, niettegenstaande Baldor hem geen blik waardig gunde.”
„Iets mee doen? Wat wil je daarmee zeggen?”
„Nu ja… een soort dienstverlening. Je zou er van kunnen leven, of op zijn minst iets bijverdienen. Je hebt iets wat een ander niet heeft.”
„Ja, dat is waar.”

Overleg met mijn vrouw sloot die mogelijkheid evenwel uit. Niet dat ik haar van egoïsme beschuldig, maar haar tegenwerpingen sneden hout: we moesten denken aan de fysieke beperkingen van het mannetje, alsook aan de psychologische druk die ik er van zou ondervinden: het was onvermijdelijk dat ik in contact zou komen met vrouwen die intellectueel ver boven mezelf staan, zij zouden mijn precair persoonlijke psychisch evenwicht compleet vernietigen, want hun aandacht zou uiteraard alleen uitgaan naar wat voor hen interessant is. Er zijn niet veel mannen die daar tegen bestand zijn.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Hoe krijg je het voor mekaar… een idee dat gedoemd is te ontsporen zo netjes te parkeren.

't vliegend eiland zei

voor typerider:
Geen idee eigenlijk, ik werk ook niet echt met voorberaden rade wanneer ik iets schrijf.

ingrid knipfer zei

Grappig goed.