dinsdag 20 december 2011

238 op de kop af

Ik ben een negerteller.
Of mijn werk veel zin heeft weet ik niet, maar ik tel ze, en ik doe dat grondig.
Grondig maar discreet.
Dus vraag ik hen niet om stil te blijven staan (wat het tellen wel zou vereenvoudigen) bij deze of gene boom of struik, bij de ingang van een negercafé, of de uitgang van een park. Noch bij de aard van het weer of de onrechtvaardigheden die hun ras is aangedaan. Zeker dat laatste vraag ik niet. Zij zouden wel eens een achterbakse reden kunnen vermoeden achter de zin van mijn telwerk. En zoals ik al zei, ik weet zelf niet wat er de zin van is. Dus, waarom zou ik dan vragen stellen? Dat lokt er andere uit. Het is het resultaat dat telt. Dat SMS ik elke avond naar mijn opdrachtgever:
„238 op de kop af”.
Maak ik nu deel uit van een groter geheel?

Geen opmerkingen: