6.8.13

Registratie van vunzigheid



Bij leven had ik vunzige hersenen. Zij vonden werkelijk àlles vunzig wat onder hun aandacht kwam: ellebogen van kinderen, lichtschakelaars van staanlampen, peren, een acrobaat met zijn om hun wulpsheid uitgekozen assistentes ter uitvoering van De eenig leevende weegschaal, geometrische driehoeken, menselijke en dierlijke tepels, biologisch gekweekte spinazie, handgemaakt aardewerk, de bril waardoor men alles ziet maar daarom nog niet begrijpt, gewassen geslachtsdelen, oprechtheid in het nauw.
Na mijn dood - een volkomen natuurlijk gebeuren trouwens - werden mijn hersenen overgedragen aan een internationaal beheerde instelling. Wat vunzig! (Want mijn hersenen bleven aldoor vunzig denken terwijl de rest van mij al vunzig dood was. Nee, mijn hersenen dus niet!)
Internationale geleerden met belangstelling voor het vunzige probeerden mijn hersenen driedimensionaal in kaart te brengen. Geen sinecure aangezien zij, mijn hersenen dus, ondertussen overal nieuwe vunzigheid ontwaarden en registreerden. Vulpendopjes, ontsmette wandelgangen, overspel onder het medisch personeel, toestanden op directieniveau. Op internationale schaal! Er was geen beheersen aan. De gedachte alleen al werd als uiterst vunzig geregistreerd met hun zelfontworpen meetapparaat.
Uiteindelijk werd het project stopgezet wegens gebrek aan fondsen. Aangezien het vunzige werkelijk overal kon zitten werd het als te alledaags gepercipieerd.
Daarna zijn mijn hersenen, afgesloten in een metalen koker en niet langer blootgesteld aan vunzigheden, stilaan weggekwijnd. Heel wat vunzigheid blijft nu dus geheel ongeregistreerd. Wat menigeen goed uitkomt natuurlijk.


_____

Geen opmerkingen: