"Wat doet ù daar?"
"Ik meende iets te horen!"
Zo stonden zij elk aan een overkant van een vijver.
"Het komt van in het midden ergens."
"Dat is ook mijn indruk, maar er staat wel wat wind."
"Het lijkt wel een lach."
"Ja, met een duidelijke sinistere ondertoon."
"Dat durf ik niet zo maar beamen."
"Ik kan het heel goed onderscheiden. Mijn oor is bovengemiddeld ontwikkeld."
Dat was zo. Zelfs van op afstand viel dat goed waar te nemen. Hij had een enorm ontwikkeld oor. Dat was onweerlegbaar.
Na nog wat staan luisteren zwaaiden zij eens naar elkaar en gingen elk hun weg. Ieder met zijn eigen voorlopige conclusie.
Dat kan niet anders, vanuit welk standpunt je het ook bekijkt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten