6.10.11

Alweer onreinheden



Op een geheel onvoorspeld ogenblik begon hij zich in mijn bijzijn van onreinheden te ontdoen. Dat had ik niet zien aankomen, uiteraard, waarom zou ik. Derhalve voelde ik mij uiterst ongemakkelijk.
De beleefdheid gebood evenwel een en ander te gedogen.
Na verloop van tijd kon ik mij als onbeleefde echter niet bedwingen.
"Wat doet u nu?"
"Wacht," hijgde hij van de inspanning, terwijl hij dapper doorging.

"Zo. Klaar." sprak hij even later ineens, mij hoopvol aankijkend.
"Wat deed u nu?" vroeg ik verwijtend.
"Wat bedoelt u dan?"
"U ontdeed zich van onreinheden."
"Onreinheden? Ik? Hoe verzint u het? Trouwens, wat weet u van onreinheden?"
"Ik heb het toch zelf gezien!"
"Maar ik heb helemaal geen onreinheden, nooit gehad trouwens!"
"Toch wel, maar u ontdeed zich ervan. Ik zag het."
"Dat bewijst niks. Mensen zien altijd wat zij willen zien. Vooral wanneer zij het ook menen te ontwaren."

Daar diende ik hem gelijk te geven.
Het is ook niet de eerste keer dat mij zulks is overkomen.

Geen opmerkingen: