Toen mijn vader in 1967 in de hete Sugusbrei van de Suchard fabriek viel werd dat in het lokaal Annoncenblad omschreven als een nog veel te zoete dood voor dat rapalje. Maar hoe dan ook, het blijft mijn vader. Het deed mij in 1982 dan ook veel plezier om te vernemen dat zijn opgesteven lijk later nog werd gerecycleerd als zijnde een sculptuur van Niki de Saint Phalle, neergepoot in een park te Genève.
Voor mijn moeder was dit laatste onthutsend nieuws.
"Zo zie je maar dat iemand die tijdens zijn leven geen knip voor de neus waard was het, door een speling van het lot en met een tikkeltje geluk, nog kan brengen tot icoon. Terwijl wij sappelaars amper een menswaardig graf kunnen bekostigen voor onszelf."
Dat bracht ons op de idee om onder de groepsnaam De Vliegende Eilanders menselijke kanonskogels te worden in multi-mediale shows. Dat verhoogt onze kans op een heldhaftige of avontuurlijke dood (annex graf of gedenksteen) die blijvende indruk maakt op het nageslacht.
Het is eveneens prachtig om ons, moeder en zoon, in een volmaakte parabool, synchroon door het zwerk te zien vliegen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten