Ik was al zo goed als veranderd in een plas. Daar ging vanzelfsprekend heel wat aan vooraf. Dat zit zo:
Lang was ik omgeven door kijvende mensen en die gaven mij nooit de kans om uit te groeien tot een stevige rots in de branding. Integendeel, zij gedroegen zich als strenge oevers. Misschien had ik wel hetzelfde gedaan als ik dat had gekund.
Maar ik bleef vloeibaar en kolkte overal omheen. Jazeker. Ooit heb ik gekolkt. Dat herinner ik mij wel degelijk.
En nu was ik dus in een plas veranderd, of laat mij zeggen: geëvolueerd. Mijn belangrijkste troef is tegenwoordig dat ik weerspiegel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten