Aangezien ik in zijn algemeenheid
helderziendheid toch wel beschouw als een eigenschap waarmee een mens zijn
voordeel kan doen heb ik er mij jarenlang op autodidactische manier op toegelegd
de gave bij mezelf te ontwikkelen.
Dat deed ik door twee à drie keer per week een
uur of twee, want het is een vermoeiende geestelijke inspanning, op de hoek van
een straat post te vatten en mij te concentreren op wie of wat er van achter
die hoek aanstonds zou komen aanlopen.
Een kind op een rode fiets
Een ruiter te paard
Een man met tandpijn
Een straathond
Een ambulant verpleegster
Een politieagent
Twee politieagenten
Mijn vader
Een lokaal actief politicus
…
Ik moet achteraf toegeven dat ik er veelal, om
niet te zeggen altijd, grandioos naast zat. Op die ene keer na dat er inderdaad
iemand (m/v) van niet kaukasische oorsprong tevoorschijn kwam.
Uiteindelijk ben ik met de hele oefening
opgehouden toen ik op een dag ineens oog in oog stond met een dame (?) die ik
al maanden probeerde te ontlopen en van wie ik de kans om haar uitgerekend dààr
tegen het lijf te kunnen lopen blijkbaar danig had onderschat. Ik heb mij snel
uit de voeten gemaakt en heb haar sindsdien nooit meer gezien. Dit laatste heeft
uiteraard niets meer met helderziendheid te maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten