24.4.12

Scheppers

Ooit werd een waanzinnig schepper als volgt terecht gewezen:
Of hij niet kon ophouden met zijn ongerijmde uitspraken over liefde, deugd en mededogen. Om nog maar te zwijgen over zaken als inzet, begrip en geloof.
"Geen sprake van," antwoordde de waanzinnige, die helemaal niet besefte hoe moeilijk en ingewikkeld zijn schepping in elkaar paste, als zij dat al deed, "ik ga nog een tijdje door. Ik ben een volmaakt schepper, dus uiteindelijk komt alles wel goed."
"Maar zie je dan niet wat je allemaal aanricht?"
"Waarom zou ik? Ik schep."
Er werd hem uitgelegd en zelfs bewezen dat zijn schepping echt onmogelijk was en dat de scherpe kanten van een en ander alleen maar scheuren veroorzaakten en beslist geen groeiend gevoel van eenheid en zalig samenzijn, nu of in de eeuwigheid.
"Hoe dan ook, ik doe voort, want uiteindelijk maak ik toch maar een hemel voor wie vol wil houden."
Na dat antwoord heeft men hem met rust gelaten, zodat hij waarschijnlijk nu nog altijd bezig is. 
Zo gaat dat met scheppers van dat soort. Maakt ook niet uit, tenzij men hen belangrijker maakt dan zij zijn.

Geen opmerkingen: