woensdag 17 februari 2010

Alma Zichtopzee en de zaak van het penseel van de heer (2)



Een wanhopig verzoek

Wanneer Alma Zichtopzee gevraagd wordt om eens uit te wijden over de zaken die haar zijn bijgebleven uit haar welgevulde, maar beslist nog niet boordevolle carrière, dan verwijst zij zeer dikwijls naar de zaak van het penseel van de heer. Dit was een affaire die destijds, op vraag van de betrokken instanties niet veel ruchtbaarheid heeft gekregen in de pers, maar die voor Alma het begin inluidde van lange jaren van strijd tegen een ware Nemesis, tegen een misdadig brein dat in tal van avonturen en avontuurtjes haar pad zou kruisen, kortom: tegen het Absolute Kwaad.

Maar het is nu pas, nu wij eindelijk vrede op aarde kennen, dat het ogenblik is aangebroken om de ware toedracht van dat spannende avontuur publiek te maken, "in de hoop dat de mensheid zal beseffen dat zij steeds alert moet blijven" zoals Alma het onlangs nog ernstig benadrukte, met haar zo typisch indringende stemgeluid.

* * *


Het was op een cruciaal moment tijdens een van de haar zo dierbare sessies van acute sensuele automassage - iets met haar beide voeten achter haar nek geplooid en een gladde houten pollepel - dat Alma Zichtopzee ineens gestoord werd door het bij de meesten onder ons welbekende ploing van een nieuw inkomend e-mail bericht!

"Ik heb je iemand gestuurd met een allerbelangrijkst probleem. Gelieve alles geheim te houden!"

Duidelijk een boodschap van Jan Van Heel, destijds Eerstaanwezend Speurder bij de Belgische Staatsveiligheid. De enige geheim agent die zich bekend wist te maken door zijn berichten nooit te ondertekenen en daarmee de graad van geheimzinnigheid van zijn werk tot ongekende hoogten wist op te drijven.

"Zoveel geheimzinnigheid van Van Heel is wel heel ongewoon, waarschijnlijk overstijgt dit probleem de grenzen van de Belgische Staatsveiligheid," concludeerde Alma mompelend, die, zoals u hieruit onmiddellijk al leert, heel goed tussen de lijnen kan lezen.

Om er zich van te vergewissen dat zij het volledige bericht had gelezen, las zij nog even de disclaimer onderaan de mail, maar die voegde niets meer toe aan de geheimzinnigheid.

In afwachting van de komst van de iemand met een allerbelangrijkst probleem concentreerde Alma zich opnieuw op haar oefening van sensuele automassage, maar was het nu de lichte spanning van verwachting, of de lichte verwachting van spanning die het e-mailbericht had gecreëerd, dat zullen wij nooit zeker weten (want Alma heeft zich hierover nooit uitgesproken), de gladde houten pollepel voelde ineens niet meer zo gezellig glad aan.

Tien minuten later werd er eindelijk aangebeld. Een grote, forsgebouwde kloosterzuster diende zich aan met de vraag of zij Mevr. Alma Zichtopzee de vrouwelijke detective kon spreken en dat zij was doorverwezen door de heer Jan Van Heel, Eerstaanwezend Speurder bij de Belgische Staatsveiligheid.

Alvorens haar identiteit te openbaren bestudeerde Alma nauwkeurig het gezicht en de gestalte van de kloosterzuster. Het was dus zoals net gezegd (om het verhaal een zweem van coherentie te geven) een forsgebouwd mens, bleek van gezicht met net iets te veel donkere snorharen, met ongelijk afgebeten vingernagels, en met een lichaamsgeur die wees op een eerder rudimentair niveau van persoonlijke hygiëne gekoppeld aan een nog niet echt gevaarlijke zucht naar geestrijke drank. Zij zag er ook doodmoe uit, met zwarte wallen onder haar ogen. Duidelijk iemand met een prangend probleem!

"Ik ben Alma Zichtopzee," begroette Alma haar bevestigend, met die toon en timbre in haar stem waarmee zij later nog vele koningen en prinsen tot kalmte zou sussen, "volgt u mij maar naar mijn bureau. Wat drinkt u? Koffie, thee, of iets hartigers?"

"Doe mij maar een cognac." antwoordde de zuster, die zich nog steeds niet had voorgesteld, maar met haar voorkeur toch weer iets meer van haar persoonlijkheid bloot gaf (rechtuit zijn namelijk), "U schijnt de beste te zijn," voegde zij er aan toe, hiermee ook de wil tonende dat zij vlug ter zake wilde komen.

"U bedoelt mijn kennis van de acute sensuele automassage?" antwoordde Alma, omdat haar hoofd op dat moment eigenlijk nog naar die heerlijke bezigheid stond.

"Neen, helemaal niet," antwoordde de nog steeds niet met naam bekende kloosterzuster, zich afvragende wat die houten pollepel in de sofa deed, "ik bedoel uw werk als detective. De heer Van Heel heeft u warm aanbevolen."

"O dàt!" repliceerde Alma, "Och, dat is niet meer dan mijn broodwinning hier op aarde. Ik doe mijn best Zuster...?"

"Pijplip... Moeder Pijplip wordt ik genoemd," antwoordde de kloosterzuster haastig. Ineens was het Alma duidelijk waarom de zuster zich meermaals had laten porren om haar naam te zeggen. Met zo'n naam kon het leven niet makkelijk zijn.

"Mijn geboortenaam is Anja Velstreepe, maar de reden waarom ik kom echter," haastte Moeder Pijplip zich, waarschijnlijk om de herkomst van haar kloosternaam niet hoeven toe te lichten, heeft te maken met de verdwijning van een belangrijk relikwie van onze Orde, ik hoop dat ik toch op uw allergrootste geheimhouding mag rekenen?"

"Uiteraard," stelde Alma Zichtopzee, die tot dan nog NOOIT een geheim had verraden, haar gerust.

"Dan heb ik eerst een vraag. Veronderstel dat er een man of vrouw van Brussel naar Rome reist en dat die persoon kost wat kost moet worden tegengehouden, of liever, dat iets wat hij of zij in zijn of haar bezit heeft Rome niet mag bereiken, zou u dat kunnen bewerkstelligen?"

Alma fronste haar bevallige wenkbrauwen,

"Dat is moeilijk te zeggen, het hangt er van af welke middelen ik mag gebruiken, en met welk voertuig uw man of vrouw zich verplaatst. Onmogelijk is het natuurlijk niet. Moet die persoon in leven blijven?"

Geschrokken keek Moeder Pijplip Alma aan,

"Uiteraard! De zaak is van het allerhoogste kerkelijk belang en moet zo discreet mogelijk worden afgehandeld. Geen geweld of publiciteit dus. Het gaat er in feite om dat een relikwie dat de door ons geviseerde persoon in haar bezit heeft, haar afhandig moet worden gemaakt en terug in onze handen terechtkomen."

"Moeder Pijplip, zeg dan toch meteen dat het om een vrouw gaat, als u dat al zeker weet, zo winnen we veel tijd, en dat relikwie? Wat is dat precies? Hoe groot is het? Weegt het veel? Kom alstublieft ter zake. Alleen met duidelijke feiten kan ik werken," zei Alma berispend.

"Goed," antwoordde Moeder Pijplip boetvaardig, "ik zal u alles vertellen. Het gaat om het penseel van de jonge Jezus Christus op 16 jarige leeftijd, dit Heilige Voorwerp werd uit de monstrans van onze orde gestolen en zal, naar wij vrezen, misbruikt worden om de fundamenten van het geloof te ondergraven..."

"Excuseer U mij Moeder Pijplip," onderbrak Alma Zichtopzee het relaas, "maar wat bedoelt u eigenlijk met "penseel"? Een verfborstel? Bij mijn weten was Christus niet bijzonder kunstzinnig aangelegd, en over welke orde hebt u het hier precies?"
Het bestaan van een dermate merkwaardig relikwie was Alma tot op heden inderdaad onbekend gebleven, en het interesseerde haar ineens bovenmatig, in het kader van haar belangstelling voor de acute sensuele automassage. Dat laatste vooral in geval penseel hier inderdaad betekende wat zij dacht, maar nog opportuun achtte om het woord niet uit te spreken.

"Neen, excuseert ù mij Mevrouw Zichtopzee, ik moet inderdaad duidelijker zijn, dat verwijt wordt mij dikwijls gemaakt. Ik ben Moeder Overste van de Heilige Felationistes, een in de 17de eeuw opgerichte geheime kloosterorde die onder strikt toezicht van het Vaticaan opereert. Met penseel bedoel ik eigenlijk de penis van de Heer. Het behoort tot de missie van de Heilige Felationistes om de drie overgeleverde penissen van Onze Heer Jezus Christus te bewaren en over te leveren aan de volgende generaties, tot theologisch onderzoek, of een Goddelijke Openbaring, duidelijk maakt wat de bedoeling ervan is."

"Driè penissen van Jezus zegt u?" onderbrak Alma Zichtopzee Moeder Pijplip met ongeveinsde verbazing.

"Ja, Het penseeltje van de jonge Jezus Christus op 4 jarige leeftijd en het penseel van de Heer 24 uur na de Kruisafname bevinden zich gelukkig nog in ons bezit, maar het is het penseel van de jonge Jezus Christus op 16 jarige leeftijd, dat door de goedgelovigheid van de bewaakster van de monstransen kon worden geroofd."

"De bewaakster van de monstransen?"

"Ja, de drie monstransen met de respectievelijke goddelijke relikwieën staan achter het altaar in de kerk van ons klooster en worden rond de klok bewaakt door een bewaakster, in dit geval was Zuster Analia verantwoordelijk. Omdat de personen die de relikwieën komen aanbidden altijd doorverwezen worden door het bisdom, is de waakzaamheid echter niet altijd even scherp, omdat wij er van uitgaan dat het bisdom de screening grondig doet. Maar deze keer is er dus iets fundamenteel mis gegaan. Een zekere mevrouw Teufel diende zich aan. Zij maakte met haar zeer doorleefde manier van bidden en haar kennis van schier onbekende religieuze spirituele gezangen zo'n hypnotiserende indruk op Zuster Analia dat, toen zij vroeg om een van de relikwieën van dichtbij te mogen bekijken, en ja, zelfs even vast te mogen houden, Zuster Analia dit zonder enig wantrouwen toestond. Maar van zodra die zogenaamde mevrouw Teufel het kwetsbare relikwie in handen had gooide zij een naar zwavel en bokkenstront ruikende rook- en stinkbom op het altaar en, in de verstikkende rook die opsteeg, ontkwam zij ongezien met medeneming van ons penseel van de jonge Jezus Christus op 16 jarige leeftijd."

"Hemeltje lief!" riep Alma Zichtopzee uit, bij het aanhoren van zoveel onzin.

"Inderdaad," beaamde Moeder Pijplip, die de uitroep interpreteerde als een blijk van medeleven.
"Moeder Pijplip," nam Alma het initiatief, "onder ons, waarvoor dienen die relikwieën echt? Wat doen jullie daarmee?"

"Wel, zoals ik al zei, moet onze orde, onder strikt toezicht van het Vaticaan, de drie overgeleverde penselen van de Heer bewaren en overleveren aan de volgende generaties, tot theologisch onderzoek, of een Goddelijke Openbaring duidelijk zal maken wat de bedoeling van deze nalatenschap van de Heer is. In tussentijd ontwikkelden wij uiteraard zelf een aantal rituelen en deden wij, voor zover mogelijk, onderzoek om uit te maken of uiteraard de voorwerpen zèlf hun geheimen niet kunnen prijs geven. In dat kader staan wij volgende week voor een uiterst belangrijk ritueel, waarin een afgevaardigde van de paus het bestaan van de drie voorwerpen symbolisch moet controleren. U begrijpt dat, nu er een penseel weg is, het niet meer mogelijk is om dat ritueel te volbrengen. De verdwijning van een penseel van de heer kan onmogelijk - zelfs symbolisch - ontkend worden. Te meer omdat het ritueel vergt dat de drie penselen tezamen op één zilveren schaal met wijwater gezegend worden."

Op die manier snapte Alma meteen de urgentie, alsook de mondiale consequenties, voor het katholieke geloof van deze zaak, zeker indien zij niet bevredigend opgelost zou worden.

"U weet zeker dat die mevrouw Teufel met haar penis naar Rome gaat," vroeg ze nogal laconiek.

"Ja, geheime agenten van het Vaticaan hebben haar opgespoord en houden haar nu constant in de gaten. Volgens ons zit er een groepering van satanisten achter deze misdaad. Er bestaat namelijk een document uit de vierde eeuw waarin gewag wordt gemaakt van een sekte satanisten, de zogenaamde Constschilders in den Overdrachtelycken Sinne, die van het bestaan van de penselen op de hoogte zijn en die tot doel hebben ze met een hoogst goddeloze bedoeling in een van de schedels van de Duivel te vermalen tot een duivels poeder, met duivelse gevolgen voor de mensheid."

De duivelse kolder van heel de zaak drong nu helemaal tot Alma Zichtopzee door en zij besloot zich tot de praktische kant van de zaak te beperken.

"Alle duivels! Wat weten jullie over het transport van die penis? Hoe gaat dat in zijn werk?"

"De geheim agenten van het Vaticaan rapporteerden dat mevrouw Teufel - die officieel geregistreerd staat als secretaresse van de Associazione Satanista Italiana met zetel in Rome, letterlijk in de schaduw van het Vaticaan nog wel, overmorgen met een normale lijnvlucht van Paradise Airlines naar Rome vertrekt. Het is zo klaar als vers wijwater dat zij het penseel bij zich zal hebben. Het is evident dat het penseel Rome niet mag bereiken. Kwaadwillig gebruik ervan kan leiden tot niet minder dan de ondergang van het Christelijk geloof en misschien zelfs tot een heilige oorlog. Ik moet u niet uitleggen wat er zou gebeuren mocht een andere gezindheid het penseel in handen krijgen. Mevrouw Zichtopzee, indien u het uit de klauwen van deze sekte kan halen, dan mag u zeker zijn van een plaatsje in het midden op de eerste rij in de hemel."

Alma Zichtopzee monkelde iets onverstaanbaar in de zin van dat zij een andere vergoeding ook bespreekbaar achtte, maar besloot het onderwerp remuneratie of beloning voor later te houden.

"Reist mevrouw Teufel alleen?"

"Neen, wij gaan er van uit dat de satanisten alles zullen doen om te vermijden dat het penseel weer in onze handen valt, zij zal dus wel vergezeld worden door bodyguards."

"En hoe wordt de penis vervoerd? Toch niet gewoon in haar jaszak mag ik veronderstellen?"

"Neen, daarvoor is hij veel te teer en kwetsbaar. De spionnen zijn aan de weet gekomen dat er een bijzonder foedraal is gemaakt. Precies geschikt om een dergelijk voorwerp veilig mee te vervoeren."

"Een speciaal foedraal? Hemeltje lief. U verwacht echt wel een wonder van mij. Hier moet ik over nadenken."

Alma nam een dusdanig nadenkende houding aan dat Moeder Pijplip niet anders kon dan beseffen dat zij van Alma Zichtopzee welhaast het onmogelijke verwachtte en pas toen Alma er honderd percent zeker van was dat dit besef werkelijk tot Pijplip was doorgedrongen, vroeg zij:

"Dat foedraal... weten wij hoe dat er precies uitziet? Of er een handvat aan zit? Afmetingen?"

"Jazeker, de spionnen van de paus leveren geen half werk! Het is gemaakt van zwart kalfsleer, is 55 cm lang en 15 cm breed. Het slot is van koper en er staat met grote zilveren letters, font Helvetica, Size Does Matter op geschreven. U merkt dat de eerste blasfemie al gepleegd is!"

"Is het mogelijk daar een replica van te maken tegen morgenvroeg?" vroeg Alma zakelijk, terwijl in haar hoofd die afmetingen haar aan het denken zetten.

"Dat kan geen probleem zijn, de spionnen wisten te achterhalen wie het foedraal heeft gemaakt."

"En de sleutel?"

"Volgens onze gegevens is die reeds met een speciale koerier naar Rome gestuurd, die info kregen wij echter te laat en de sleutel kon niet meer worden onderschept."

Nu de situatie helemaal duidelijk was, begon Alma Zichtopzee na te denken over een vermetel plan, "Want niets is zo handig als een vermetel plan als dat vereist is," placht en pleegt zij nog te zeggen.

"Moeder Pijplip," zei Alma na een half uur nadenken haast fluisterend, om indruk te maken, "ik bedenk zonet een vermetel plan. Een driest vermetel plan dat, indien het slaagt, hoogst bevredigend voor mij kan aflopen, maar ik zal hulp nodig hebben."

"In België?"

"Neen, onderweg en in Italië, in Rome."

"Dat is geen probleem, onze orde is sterk vertegenwoordigd in Rome, en uiteraard zal ook het Vaticaan u bijstaan."

"Hopelijk met meer dan alleen gebeden." mompelde Alma gemelijk.

"Maakt u zich geen zorgen, wij zorgen voor voldoende materiële en logistieke steun. Daar mag u op rekenen."

"Goed, wacht hier dan even, dan schrijf ik mijn plan en enkele instructies op voor de personen die mij moeten bijstaan."

Tien minuten later overhandigde Alma aan Moeder Pijplip een dichtbeschreven A4'tje, "Maakt u zich alstublieft geen illusies. De kans op slagen is zeer klein. Hoe ziet die mevrouw Teufel er eigenlijk uit."

Zo goed en zo kwaad mogelijk beschreef Moeder Pijplip de dame in kwestie.

"Goed, zorg dat ik mee kan met de vlucht van Paradise Airlines naar Rome, daarmee staat of valt heel mijn plan."

Na dit alles, met haar gladde houten pollepel alweer in de hand, liet zij zonder verdere plichtplegingen Moeder Pijplip uit.

Wordt vervolgd...

5 opmerkingen:

M. Altevree zei

Jezus nog aan toe, dit is werkelijk schrijfkunst!

Vlindera zei

Ik ben nu al dol op Alma! Wel een ander soortige graal, sappig ook wel, ha...
En de namen, grandioos en vindingrijk!

't vliegend eiland zei

voor M.Altevree en Vlindera:
Volgende week woensdag komt de volgende aflevering!

d.s. zei

".. worden rond de klok bewaakt .." :)

't vliegend eiland zei

voor jevski:
Er heersen vreemde gebruiken in onze kloosters, om van het taalgebruik nog maar te zwijgen!