13.10.06

Commissaris Börner en de verliefde adjunct.

1. Waarin Commissaris Börner uit de lift komt.

'Frank Deboosere heeft weer eens gelijk. Prachtweer is het. De seizoenen zijn ècht niet meer wat ze waren. Dat is al zo sinds de ramp in Tsjernobil, let maar op mijn woorden: het is allemaal de schuld van de Russen. Maar goed, wie heeft er iets tegen op goed weer, behalve de boeren natuurlijk.'
Wachtmeester Somers had het tegen Diederik Serneels, verslaggever en duivel-doet-al bij de lokale krant Het Vrije Geluid. Die liet zich het geleuter kalmpjes aanleunen en antwoordde zo nu en dan om Somers niet te mishagen.
'O ja? Da's een interessante theorie! Misschien schrijf ik er wel een artikel over. Ik zal je als bron vermelden.' ondertussen krabde hij intensief aan zijn ballen. Dan ineens keek hij Somers priemend aan. 'Heb je echt geen pakkend weetje voor me?'
Zijn gekrab werkte aanstekelijk want Somers begon zich nu ook te krabben. Met een zucht opende hij het logboek en vlooide er de laatste aantekeningen op na.
'Een aanrijding op de Bergensesteenweg. Een rare zaak met wel dertig allochtone getuigen die verklaren dat de vrouw die aangifte kwam doen verantwoordelijk is voor het ongeluk. Dat was vorige vrijdag. Heb je daar wat aan voor Het Vrije Geluid?
Of hier, zaterdag, een Turk die kwam melden dat zijn vrouw vermist is, maar ondertussen weten we van de sociale dienst dat zij in een vluchthuis zit, het huiselijk geweld beu. Is dat iets? Een artikel over culturele verschillen en integratie of zo? Of kijk hier, vanmorgen, een car-jacking met als complicatie dat er in de koffer van de auto een python zat. De eigenaar is dierenarts en was net op weg naar de zoo van Planckendael. Benieuwd welk gezicht de dieven zullen trekken als ze dat beest vinden.'
'Rommel.' zei Serneels.
'De Duitse veldmaarschalk! Ga je het daarover hebben? Heel actueel.' Somers hield ervan zo nu en dan de draak te steken met de opdringerige journalist. Serneels kwam al jarenlang, bijna dag in dag uit, op het politiebureau bedelen om nieuwtjes.
'Zeg, hoe gaat het de laatste tijd met adjunct Mens?' Het kwam niet vaak voor dat Serneels belangstelling toonde voor zijn medemens, zeker als die bij de politie werkte.
'Ach, dat blijft een droevige zaak. Om op zo'n manier met je vrouw opgescheept te worden en in je eentje twee kinderen groot te moeten brengen.'
Serneels slaakte een sombere, een beetje piepende, zucht. 'Inderdaad, als er iemand is die zoiets niet verdiend dan is het wel Mens,' zei hij. 'nou ja, dat is het lot, hè?'
'Ja. Vorig jaar om deze tijd begon ze plots wat raar te doen, vergeetachtig en zo. Half november was ze stapelgek en paranoïde en op Kerstdag kreeg ze dan die hersenverlamming. Sindsdien is ze een plant. Pas zevenendertig jaar. Een bloedmooie vrouw.'
'Ik hoop dat Mens het uiteindelijk toch zal kunnen verwerken, ze waren zo'n gelukkig stel.'
'Man, verliefd dat die twee waren, dat hou je niet voor mogelijk na vijftien jaar getrouwd te zijn.'
Plots trok Somers zijn uniformjasje recht en hij ging rechtop staan want de liftdeur gleed open en de imposante gestalte van commissaris Börner vulde de gang.

Geen opmerkingen: