De honderd epilogisten werden met pistool- en geweerschoten in de lucht ontvangen. Deze mannen van stavast reisden altijd eerste klasse en kwamen dus altijd goed uitgerust aan op de plek waar zij welkom waren.
Het nieuws dat zij wellicht de eerste epilogisten waren die de Laatste Epiloog zouden leren kennen, verleende hen evenveel moed als kerels die met blote handen met volwassen grizzlyberen vechten. Later in dit verhaal zal blijken of dat volstond.
Voorlopig evenwel, moeten wij het doen met enkele wilde veronderstellingen die een van hun klerken, de heer Ward De Bever – toen nog een jonge praatjesmaker in spe – neerschreef in zijn dagboek. Wilde veronderstellingen dus, over datgene wat zij meenden dat hun te wachten stond wanneer zij de Laatste Epiloog zouden treffen.
Deze verwachtingen
gingen van een eetgelag met nooit geproefde vruchten, via het vernemen van
filosofische inzichten inzake de epilogie, tot het verwerven van een nieuwe
taal die iedereen, ook de onderdrukten, met plezier zou leren spreken. Ook wat
hier van klopt zullen wij pas later vernemen, al kan het ook iets totaal
anders blijken te zijn. Men leefde toen in onzekere tijden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten