Er werd aangebeld. Ik repte me naar de voordeur en daar stond de kers op de taart.
“Nou,” zei ik, want ik wist dat ze ook zo sprak, ‘jij bent dus de kers op de taart.”
“Helemaal,” zei ze, “verwar mij asjeblieft niet met het krieken van de ochtend.”
Ik liet haar binnen en meteen ging ze midden op de sofa zitten.
“En nou wil jij zeker weten waarom ik hier ben?”
Ik antwoordde dat indien zij mij dat wilde vertellen ik dat zeker naar waarde zou schatten, maar dat ik wel verwachtte dat het goed nieuws zou zijn.
“Precies,” antwoordde zij en toen verklaarde zij het waarom van haar komst.
Ik snapte het
niet helemaal, want het had allemaal eigenlijk vrij weinig met mij vandoen.
“Je lijkt mij niet echt naar waarde te schatten,” verweet ze mij tot slot.
Ik vroeg haar beduusd om mijn huis te verlaten. Sindsdien heb ik dus heel wat te verwerken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten