3.2.14

Rondkijken



„Jij kijkt waarschijnlijk veel te veel om je heen!”
„Ik? Hoe kom je daar bij?”
„Omdat jij altijd een stijve nek hebt.”
„Ja. Dat is zo. Ik kijk inderdaad vaak om mij heen.”
„Waarom doe je dat eigenlijk?”
„Ik… zo maar.”
„Dus niet om de dingen te begrijpen!”
„Om de dingen te begrijpen. Neen hoor.”
„Misschien komt dat later nog.”
„Neen, want ik hoef niets te begrijpen.”
„Waarom niet?”
„Omdat het mij niet mooi lijkt, wat de mensen menen te begrijpen.”




______________________________

Geen opmerkingen: