Toen zij mijn eerste herinneringen begon te stelen vond ik dat niet eens zo erg. Ik had er veel en misschien zocht zij naar een ons beiden gemeenschappelijke grond. Maar naarmate het er meer werden kreeg ik het uiteraard moeilijk om het zinvolle nog van het triviale of gedroomde te onderscheiden. Tot zij mij ook de meest cruciale afnam. Vraag mij niet wat die nu precies waren.
Toen ik er haar uiteindelijk op aansprak keek ze mij verontwaardigd aan:
“Wat is dat voor flauwe kul. Wil je beweren dat je niet van mij kan houden zoals ik NU ben?”
_____
Geen opmerkingen:
Een reactie posten