Op een dag vernam ik van het gebied van de Noordwaardse Wind, waar de mannen een lopend oog hebben achter in hun schedel. Zij spreken doorgaans drie talen tegelijk en verplaatsen zich in vliegende manden zuidwaarts, op eigen windkracht.
Ook vernam ik van de pecuniaris, een apensoort die lijkt op de mens van het kaukasisch ras. Hij slaagt er altijd in geld te ontfutselen en leeft in kudden. Zijn verschijning luidt steevast perioden van grote armoede in.
Dit zijn zo maar twee dingen die ik ooit droomde en die u nu verneemt.
_____
Geen opmerkingen:
Een reactie posten