zaterdag 26 mei 2012

Iemand vroeg mij of ik ooit een ruimtewezen heb gezien.




Ik liep eens door een bos omdat ik nadenken wilde over wat heet: rechtvaardige vrijheid! Toen ik ineens tussen het lover een ontzettend spits voorwerp ontwaarde. Het was een vreemd ruimtetuig, omdat er in een mij onbekende kleur onbekende lettertekens opstonden. Het geheel was van een alles overweldigende perfecte schoonheid. Buitenaards, zegt men soms.
Ineens hoorde ik achter mij vreemd geritsel. Ik zou haast durven zeggen: geluidloos!
Het bleek een vreemd wezen te zijn, dat in diep gepeins verzonken in een kring rond het tuig wandelde. 
Ik nam beleefd mijn pet af maar het wezen deed dat zelf niet. Het leek mij zelfs niet op te merken. Het was duidelijk dat het op dit moment niet gestoord wilde worden, misschien had het wel net onze planeet ontdekt en was het druk bezig een telepathisch rapport naar zijn basis te sturen!
Aangezien het wandelende wezen zich dus niet storen liet, klopte ik zachtjes op de deur van het ruimtetuig (het klonk precies als tikken met blote knokkel op een vol blik erwten) en wachtte af.  Er werd echter niet opengedaan of op een andere manier gereageerd.
Toen ging ik maar weg. Soms eens omkijkend om te zien of er alsnog reactie zou komen.
Ik heb daarna heel lang niet meer aan dit onbeduidend voorval gedacht omdat er eigenlijk toch maar weinig gebeurd was. Tot iemand mij vroeg of ik ooit een ruimtewezen heb ontmoet. Toen schoot het voorval mij weer te binnen.

Geen opmerkingen: