Dat de hele oorlog er op gericht was om ons seksueel te bevrijden is uiteraard stierenkak. Weinig volkeren in de wereld kwamen zo goed aan hun trekken als wij. Maar goed, de Amerikanen slaagden er weer eens in de wereld te laten geloven dat wij enorm te kort kwamen en hoogstnodig moesten worden bevrijd. Dat het hen in feite om onze overvloedige zonneschijn ging, dàt wisten zij goed uit de media te houden!
Op een avond, tegen de richtlijnen van onze dorpsoudste in, besloot ik een wandeling te maken in het bos. Hoewel ik de weg op mijn duimpje ken, liep ik, omdat ik de checkpoints wilde ontwijken, verloren en kwam terecht op een wegeltje waar ik eerder nog nooit geweest was. Daar had ik mijn eerste ontmoeting met een bevrijder. Of bevrijdster om precies te zijn. Het was een vrouw. Een negerin. Oei, dacht ik, die wil natuurlijk onmiddellijk seks, om mij te bevrijden. Daarvoor is zij uiteindelijk hier.
Toen ik haar naderde, raakte ik evenwel toch wat gerustgesteld. Zij was heel wat kleiner dan ik en hield haar jas goed dichtgeknoopt.
"Goedenavond," zei de bevrijdster, "Mag ik u iets vragen?"
"Jazeker."
"U weet natuurlijk waarom wij u zijn komen bevrijden. Hebt u er bezwaar tegen om een condoom te gebruiken?"
"Het spijt mij, ik heb nooit condooms op zak. Bovendien heb ik, persoonlijk dan, niet zoveel nood aan bevrijding."
"Dat valt mee," zei de bevrijdster met een zucht van opluchting.
"Waarom vindt u dat het meevalt?" vroeg ik haar verbaasd.
"Omdat ik mij toch vragen stel bij de zin van heel deze oorlog en het doet goed eens iemand te ontmoeten die vrank en vrij zijn mening durft te zeggen tegen ons, bevrijders."
"Ja, dat begrijp ik. Het moet veel stress met zich meebrengen, deze oorlog."
"Wat doet u hier eigenlijk zo alleen in dit deel van het bos?" vroeg zij.
"Ik ben verdwaald. Ik ontweek enkele van jullie checkpoints en kwam uiteindelijk op dit pad terecht."
"Waar wilt u dan heen?"
"Terug naar mijn dorp, Drpvnmnnndmtgnstktprrnzn (*).
"O maar dat is hier vlakbij, u loopt hier links door de bossage en driehonderd meter verder komt u op de hoofdweg. Zal ik u vergezellen?"
"Graag," antwoordde ik.
Zij gaf mij een arm (die ik als bevrijdde natuurlijk niet kon weigeren) en samen verlieten wij het pad.
Ineens vroeg ze opnieuw:
"U bent toch zeker dat ik u niet seksueel hoef te bevrijden?"
"Ja hoor, maakt u zich maar geen zorgen. Tenzij..."
"Tenzij wat?"
"Tenzij ik er ù een dienst mee bewijs natuurlijk. Krijgt u er een onderscheiding voor?"
"Niet als er geen getuigen zijn."
Weer stapten wij zwijgend een eindje verder.
Dan, alsof het haar van het hart moest, begon zij opnieuw:
"Eigenlijk vind ik deze hele oorlog zinloos."
"O ja? Ik kan mij anders niet van de indruk ontdoen dat u een uitstekend soldaat bent. U hebt mij nu al twee keer bevrijding aangeboden. En u helpt mij bovendien om de weg weer terug te vinden."
"Dat komt omdat u mij een eerlijk en vriendelijk man lijkt."
"Dank u." antwoordde ik zacht.
Met dat soort complimenten weet ik mij doorgaans geen raad.
"Kijk, daar is de hoofdweg," wees zij mij een licht iets verderop, "Gaat u van hieruit maar alleen verder. Het is beter dat men ons niet samen ziet."
Dat begreep ik. Het gold zowel voor haar mensen als voor de mijne. De dorpsoudsten zouden nooit geloven dat er niets ernstigs was voorgevallen. Voor ik iets als een afscheidswoord kon zeggen of haar e-mail adres vragen, gaf zij mij een vluchtige zoen op mijn wang en duwde mij weg in de richting van de hoofdweg. Deze ontmoeting met zulk een zachtaardige bevrijdster gaf mij een warm gevoel vanbinnen.
Twee dagen later was het echter menens.
Een compagnie bevrijders en bevrijdsters reden ons dorp binnen en verplichtten ons, mannen en vrouwen van veertien en ouder, om te verzamelen op het dorpsplein. Wij moesten twee tenten opzetten. Daarna werden we met een witte en een rode vlag van elkaar werden gescheiden, de mannen van de vrouwen. Dan, na een korte toespraak van de compagnieleider over het waarom van de oorlog en hoe een en ander zich ten gunste zou keren voor ons, de bevrijdden, werden wij één voor één een tent in gebracht, waar wij in kennis werden gebracht van de geneugten van bevrijdde seks. Alles werd gefilmd. Voor propagandistische doeleinden op het thuisfront, denk ik.
Een ding is echter heel duidelijk, sinds het einde van de gewapende strijd heeft de zon hier niet meer geschenen.
- - -
* Dorpvanmannendiemetgeenstokteporrenzijn
Met dank aan de president van de Verenigde Staten, George Bush.
4 opmerkingen:
Als u nu bekent dat u Hugo Matthysen bent, beloof ik dat ik niet zal omvallen van verbazing.
Hoogstens een lichte wimperknip zal mij ten deel vallen.
Vervolgens vraag ik u ten huwelijk.
voor zapnimf:
Het spijt mij voor u, maar ik ben niet Hugo Matthysen. Ik veronderstel dat uw aanbod daarmee vervalt?
Mmmmm. Sja.
Misschien toch nog eens over nadenken dan.
voor zapnimf:
Ja, liever geen overhaasting. Toch denk ik niet dat ik veel lelijker ben dan Hugo Matthysen. Denk dus goed na a.u.b.
Een reactie posten