Een van de wonderlijkste stoffen die de mens heeft ontwikkeld is toch wel wol. Ik hou van de licht schurende soorten. Alsof de hand van een handenarbeid verrichtende vrouw je streelt. Heel lang heb ik gedacht dat ongelukken met overzetboten voor relatief veel slachtoffers zorgden rond nieuwjaar. Nu hel ik meer over naar de idee dat het aardbevingen zijn. Telkens de naam van Confucius valt denk ik dat er een verband is tussen hem en het woord ‘confuus’. En hoe langer ik daarover nadenk hoe waarschijnlijker me dit lijkt. Met andere namen of woorden heb ik dat eigenlijk niet. Ik hou wel van woordspelingen. Zo hoor je wel eens zeggen dat ‘arbeid adelt’. Dan vraag ik me telkens af of de ‘adel wel arbeidt’. Ik hoef daar niet geen antwoord op hoor, het is gewoon dit soort van omkeringen dat telkens bij me opkomt. U begrijpt dat op die manier mijn geest geen ruimte laat om ook nog eens vogelgeluiden te herkennen. Een nachtegaal of een mus, ze zullen wel anders klinken, maar vraag mij niet hoe, of om het na te bootsen. Een geluid verzinnen zou ik wel kunnen denk ik. Voor mij is een nachtegaal uiteindelijk ook maar een vogel die ik alleen maar uit sprookjes ken. In Japan mocht ik wel eens over vloeren lopen die het geluid van een nachtegaal produceren. Ik bespaar u verdere uitleg. Er zijn in het afgelopen jaar veel belangrijke mensen overleden. Maar de dood van mijn moeder liet de grootste leemte. In mijn straat wordt een huis gebouwd waarvan ik vermoed dat het is geïnspireerd op Afrikaanse moskeeën. Ik ben benieuwd hoe het zal zijn als het af is. Als je water drinkt van een tuinslang, dan steek je de spuit beter niet in je mond. Echte verse radijzen die in volle grond groeien bestaan niet meer. Het is een magisch gevoel, een kleine baby in je armen houden en beseffen dat zijn hartje klopt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten