1.7.20

Raymond


Toen mijn slechte ik (hij heet ook Raymond) zich uit het riool omhoog hees maakte ik onmiddellijk een afspraak met een psycholoog. Die was, ik had het kunnen weten, natuurlijk niet onmiddellijk beschikbaar. Ik moest er dus het beste van maken in afwachting. Raymond verloor geen tijd en begon mij onmiddellijk te treiteren. Zei dat ik trouweloos was. Zwak. Geen ruggengraat. Hij sloeg me in mijn gezicht en trapte in mijn onderbuik. Nam me ook enkele dingen af. Eigenlijk was hij altijd al wel zo. Maar voorlopig dwong hij mij niet om er weer anderen, vooral goede vrouwen in te betrekken. Toen de psycholoog terugbelde om een afspraak te bevestigen, heb ik het maar zo gelaten. Ik zei dat het op deze manier misschien wel leefbaar was.


Geen opmerkingen: