Met veel feestgedruis werd de allermooiste gedachte die er op aarde ooit werd gedacht de stad ingebracht. Zij was veroverd op het buurvolk en zat nog opgeborgen in een prachtige kist. Houtsnijwerk van de hand van een nu mythisch volk. We keken er met ontzag naar. Aan de kist te zien moest de gedachte wel onvoorstelbaar diep of kostbaar zijn.
Alleen, niemand in het hele rijk bleek in staat de kist te openen. Geen wetenschapper, geen priester, geen slotenmaker. Het mechanisme van het slot was zo raadselachtig en de lettertekens, die misschien aanwijzingen bevatten om haar te openen, zo onontcijferbaar, dat men - onze wijzen - na verloop van tijd tot het inzicht of het geloof kwam dat de kist waarschijnlijk gemaakt was om de gedachte, toch de allermooiste volgens de generaals die haar hadden buitgemaakt en die inmiddels al lang waren overleden, zo lang mogelijk verborgen te houden daar zij misschien toch wel niet de allermooiste was. Of, zo beweerde ook een kleine minderheid, juist zò mooi dat zij ons verstand te boven ging en misschien zelfs gekmakend kon zijn.
Zo gingen de jaren voorbij en stilaan raakte de kist en de schat die zij bevatte in de vergetelheid. Aanvankelijk ging men nog uit van een historisch feiten, maar later kreeg het bestaan ervan nog slechts aandacht in een korte artikelenreeks van een heemkundige kring ergens in een verre provincie, waarin de auteurs het meer over parafernalia van volksgeloof hadden dan dat zij oog of verstand hadden voor het vakmanschap waarmee de kist gemaakt was. Al moet gezegd worden dat het niet zeker is of zij de echte kist ooit hebben gezien en of zij zich niet vergist hebben met een replica of nabootsing. Want ook daarvan zouden er een aantal schijnen te bestaan. Al is het niet duidelijk welke gedachten daar dan in zouden zitten.
Tegenwoordig is de kist helemaal vergeten. Niemand denkt er nog aan. De gedachte aan de allermooiste gedachte komt voor zover geweten ook bij niemand meer op. Het zijn andere tijden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten