„Oponthoud,” fluisterde hij in mijn oor.
Ik knikte en wachtte af tot hij iets meer zeggen zou.
„Oponthoud,” herhaalde hij, „ik bezorg u oponthoud.”
„Wat bedoelde hij nu eigenlijk?”
Toen stond hij ineens recht, veegde het stof van zijn hoed, en weglopende herhaalde hij het nog eens:
„Ik bezorg u oponthoud en vertier.”
Van dat laatste ben ik echter niet helemaal overtuigd.
__________
Geen opmerkingen:
Een reactie posten