8.5.11

Loslaten



Toen mijn vriendin zich begon af te geven met outlaws en piraten begreep ik instinctief dat het slecht zou aflopen. Het waren aanvankelijk alleen maar stoere verhalen over wat zij had gezien. Het ophangen van een jonge rancher die zijn corral iets te hardnekkig had verdedigd voor ogen van zijn blinde moeder en zijn jonge zwangere vrouw. Het verminken van een hoer die per ongeluk op de steek van Eternal Woody, een man met vurige ogen en de Schrik van de Ierse Zee, was gaan zitten. Maar al vlug bleek dat zij ook actief was mee gaan doen. Zij spuwde fluks in kwispedoors (aanvankelijk met wisselend resultaat), speelde vals met kaarten en andere gezelschapsspelen en ik vernam dat zij een opiumroute deelde met de Triade, geheel verkregen op basis van haar charmes.
Zij werd ook steeds korter van stof, bleef langer uithuizig en uitte zich meer en meer op een korzelige, onverdraagzame manier. Toen ik dan, eigenlijk op aanraden van een wederzijdse vriend, opperde of wij niet samen relatietherapie zouden proberen ontbrandde zij in woeste toorn en verscheurde, terwijl ik vastgebonden op de WC-pot zat en niet anders kon dan in tranen toekijken, alle gedichtjes die ik ooit heb geschreven nadat zij ze eerst een voor een met treiterige falsetstem had voorgelezen. Ik hoor het nog steeds ... De volgende ochtend klonk zij mij eigenhandig vast aan de lange rij slaven van een Noord Afrikaanse trader aan wie zij mij verloren had tijdens het pokeren die nacht.
Het was vooral die priemende blik waarmee zij mij aankeek waardoor ik besefte dat ik haar misschien toch moest leren loslaten.

Geen opmerkingen: