Een hartelijk weerzien
Om kwart na zeven werden wij door een neutraal geklede chauffeur van het Ministerie van Communicatie opgepikt in de lobby van ons hotel. Behalve wat Duits sprak de man alleen maar Pools zodat het gesprek dat ik met hem wilde voeren niet echt vlotte, terwijl Alma heel de rit zwijgend naar buiten bleef kijken. Om vijf voor acht hielden wij halt voor het Ministerie van Communicatie, waar wij werden wij opgevangen door een bode die ons met stevige passen door een wirwar van gangen en verdiepingen naar het hart van het overheidsgebouw leidde.
Aanvankelijk zag alles er heerlijk ouderwets ambtelijk Oost-Europees uit, maar vanaf een bepaald moment leek het of we een ander tijdperk betraden. De gangen waren niet meer vanillekleurig geverfd en de deuren die we passeerden niet meer donkerkleurig gevernist, ineens leek het of we doorheen metalen buizen stapten met glazen deuren aan de zijkanten, die inzage boden op hypermodern ingerichte kantoren. Uiteindelijk gebaarde onze begeleidster ons om even te wachten in een wachtkamer en zelf verdween zij doorheen een imposante dubbele deur. Kort daarop kwam ze terug en nodigde ons met een sierlijke handbeweging uit om het aangrenzend vertrek in te gaan. Zelf kwam zij niet mee binnen, maar sloot zachtjes de deuren achter ons.
Het vertrek waarin wij ons bevonden straalde een en al efficiëntie uit. Efficiëntie mèt alle voorzieningen en gemakken die efficiënt werken mogelijk moeten maken aanwezig in de vorm van ergonomisch verantwoord meubilair, verlichting, een bar met drank en versnaperingen, een groot scherm voor presentaties, enz. De man die achter het bureau zat stond op en kwam met een stralende glimlach op ons af:
"Mevrouw Zichtopzee," klonk zijn heldere bariton, "Wat ben ik blij u terug te zien."
Verbaasd keek Alma hem aan: "Toergenjew? Kapitein Toergenjew?" Toen ontsnapte haar weer haar legendarische glimlach, alsof een raadsel opgelost was, "Ik had het kunnen weten, vroeger gebruikte je ook al die codenaam Mr. Factor. Nou, dan moet het wel een heel belangrijke opdracht zijn waarvoor mijn hulp werd ingeroepen, als ook u er bij betrokken bent... maar wat zie ik?" zei Alma, een blik werpend op een enveloppe die op het bureau lag, "Het is niet langer kapitein! U bent nu kolonel! Kolonel Toergenjew. Gefeliciteerd!"
"Dat heb ik helemaal aan u te danken, mevrouw Zichtopzee," antwoordde Kolonel Toergenjew galant, "Zonder uw hulp had ik nooit het raadsel van de menseneter van Bytom kunnen oplossen."
"Neen hoor, ùw daadkracht en uw intuïtie hebben toen nog twee mensenlevens gered, anders waren het er in totaal vijftien geweest!" Alma wist hoe zij complimenten moest geven en er voor zorgen dat de gelukkige die gecomplimenteerd werd die attentie niet wegwimpelde.
Het raadsel van de menseneter van Bytom, was een misdaaddrama dat een jaar of drie eerder heel Polen in rep er roer had gezet en de val van de toenmalige regering had veroorzaakt. Ik wist er slechts van omdat er ook in onze kranten aandacht aan besteed was, maar had eigenlijk nooit geweten dat Alma Zichtopzee er bij betrokken was geweest.
Kolonel Toergenjew straalde: "Hoe dan ook, het is dank zij u dat mijn carrière van de grond is gekomen. Dat ben ik niet vergeten, en daarom dat ik hemel en aarde heb bewogen om u bij deze zaak te betrekken, want mijn intuïtie zegt mij dat wij hier niet met wat heet een normale misdaad of misdaden te maken hebben."
"Dat is wel duidelijk," beaamde Alma, als de Verenigde Naties zich zorgen maken, als hier in Polen er alles aan wordt gedaan om de aandacht af te leiden, als deze ontvangst moet verlopen in een afdeling van het Ministerie van Communicatie in Krakow en niet in Warschau... Dan durf ik te vermoeden dat deze zaak als een crisis wordt ervaren."
Het gelaat van Kolonel Toergenjew werd zakelijk: "Precies. Wij zitten met onze handen in het haar. Er zijn al veel meer mensen verdwenen dan de rapporten die u tot nu toe ontving laten vermoeden. En er is geen touw aan vast te knopen. Wij worden geconfronteerd met een dreiging die m.i. het hart van de mensheid bedreigt, alleen weten wij bij god niet van wie die dreiging uitgaat! Maar kom, gaat u zitten, ook u meneer Van Heel. Ik zal de situatie schetsen, daarna krijgt u een eigen bureau en kopieën van alle mogelijke verslagen en processen-verbaal tot op heden."
Wordt vervolgd