zondag 18 januari 2009

Ontmoeting met Ahmed Vangenechten, mijn achterkleinzoon (Profetische gaven)



Ik zat naarstig een tekstje in te typen toen ik ineens achter mijn rug een zachte fluittoon in de kamer hoorde, en daarna een dof ploppend geluid.

"Schrik niet alstublieft. U kent mij niet, maar ik wil u een gunst vragen."

Ik snapte er niks van. Het huis was goed afgesloten - dat doe ik altijd als ik alleen thuis ben en in mijn schrijfkamer wil lezen of werken - en toch was er iemand binnengeraakt.

"Wie ben jij? Hoe kom jij hier? In mijn bureau nog wel! Ik heb geen geld in huis."
"Het zit zo, u moet mij geloven, ik heet Ahmed Vangenechten, ik kom uit de toekomst en ben uw achterkleinzoon."
"Achterkleinzoon? Ahmed? Uit de toekomst? Dat kan toch niet."
"Toch wel, ik heb eergisteren de eerste werkende tijdmachine gebouwd, maar nu vragen de autoriteiten een sluitend bewijs dat ze ook ècht werkt. Daarom ben ik hier, om u een gunst te vragen, een bewijs."
"Een bewijs dat jij je in het verleden kunt verplaatsen? Waar had je dan aan gedacht?" Het schijnt dat je gekken, gevaarlijk of ongevaarlijk, best niet al te veel tegenspreekt.
"Wel, aan iets voor mijn moeder, uw kleindochter, al kent u haar nu natuurlijk nog niet, zij wordt pas over negen jaar geboren."
"Een kleindochter? Over negen jaar? Wel, wel, ... maar hoe zie jij dan een en ander..."
"Ik zou graag het door u met de hand geschreven verslag van deze ontmoeting meenemen, Ontmoeting met mijn achterkleinzoon, heet het. Ziet u, een paar jaar geleden was er de grote pan-Europese kortsluiting en is de server met uw complete blog erop gewist. Al uw teksten bestaan nog wel in gekopieerde archieven, behalve dan Ontmoeting met mijn achterkleinzoon. Dat kan ik alleen hier, bij u, komen halen omdat mama het schriftje waarin u het origineel opschreef enkele jaren geleden is kwijtgeraakt. Als u mij die tekst meegeeft, kan ik hem aan haar tonen. Zij zal dan wel bevestigen dat hij ècht is en daarmee ineens ook dat ik in het verleden ben geweest."
"En dat is alles wat je van mij wil?"
"Ja, zou u dat willen doen voor mij? En voor mama natuurlijk, uw kleindochter!"

Daar wilde ik toch even over nadenken.

"Goed, ik doe het, maar wat zal ik opschrijven?"
"Gewoon, zoals u het zelf bedenkt, onze ontmoeting nu, over wat ik kwam vragen, u bent per slot van rekening de auteur.”
"Ja, maar wel op één voorwaarde: ik zet jouw naam in de titel. Op die manier krijg ik misschien postuum profetische gaven toegedicht."

Ahmed keek even bedenkelijk, maar gaf toch toe:

"Ach, waarom niet. Wij snappen zo al niks van waar u zich hebt mee bezig gehouden."

5 opmerkingen:

Anoniem zei

Waw, zo mooi. Daarbij droom ik helemaal weg. Zoiets zou ik ook kunnen bedenken maar nooit zo mooi/leuk in een verhaal gieten.

't vliegend eiland zei

voor Georgina:
Ach, bij mij lukt het ook niet van de eerste keer hoor, vraag dat maar aan Zapnimf, die hier een kanjer van een fout vond).

Anoniem zei

Kijk, dit noem ik nu nog eens een huzarencasus.

Anoniem zei

Knap verhaal, Blogbaas, chapeau!
En Ahmed ken ik, hij kwam uit Iran samen met Mahmoud en Reza.
Mahmoud woonde een jaar bij ons en leerde ons rijst koken, in the Iranian way. Heerlijk. Ik doe het nog steeds.
Eerlijk gezegd zou ik Ahmed andere vragen gesteld hebben.

't vliegend eiland zei

voor Jevski en Leen:
Ach je begint met het ene en het andere komt vanzelf (uit de toekomst als het ware).