zaterdag 10 januari 2009
De man die nog nooit een blote vrouw heeft gezien
Ik liep sinds lang nog eens door de Stationstraat, toen plots de man die nog nooit een blote vrouw heeft gezien op mij afkwam. Tot dan had ik hem altijd kunnen ontlopen.
"Hélaba," riep hij, "jij daar."
"Wie? Ik?" probeerde ik het nog op een vergissing te laten lijken.
"Natuurlijk, zie jij hier nog iemand anders?"
Hij had gelijk. Niemand loopt graag door de Stationstraat en die is dan ook vaak, op twee, drie stervelingen na, zo leeg als wat.
"Je weet dat ik, " zo begon hij, "dat ik nog nooit een blote vrouw heb gezien en nu dacht ik zo, mag ik de jouwe eens zien, bloot bedoel ik?"
"Je wil mijn vrouw graag bloot zien?"
"Ja, zij is toch de mooiste vrouw van de hele gemeente!? En ik heb nu niets om handen, ik loop even met je mee."
"Je loopt even mee?"
"Ja, tot bij jou thuis, of is je vrouw ergens anders?"
"Maar dat wil ik niet. Ik wil niet dat jij mijn vrouw bloot ziet. Dat is mijn vrouw. Als er iemand mijn vrouw bloot mag zien, dan ben ik dat. Alleen ik."
"Ja, zo gaat dat nu altijd," zuchtte de man die nog nooit een blote vrouw heeft gezien, "maar misschien kan het met een foto. Dat zou toch al iets zijn, neen?"
"O," zei ik, "Dat kan ik misschien wel regelen. Spreken we af overmorgen, hier? Dan geef ik je een foto. Ik moet er namelijk wel eerst een nemen en het zal wel even duren voor ik haar kan overtuigen van de noodzakelijkheid."
Hij wuifde met zijn hand, "Ach, laat maar, ik hoef geen foto van je vrouw in haar blootje. Dat is niet hetzelfde. Kan je misschien geen goed woordje doen bij je zus? Die is niet zo mooi, maar ze is toch vrouw. Of nee, dat kan zeker ook niet?"
"Nee," beaamde ik.
"Wel," aarzelde hij, "regel mij dan maar een koningin, of een prinses, of de vrouw van een minister. Of neen, een kunstenares. Ja, een kunstenares. Kunstenaressen zullen wel mooi zijn om naar te kijken."
"Ik ken geen kunstenaressen," zei ik naar waarheid, blij dat ik eens niet ontwijkend of negatief moest antwoorden.
"Sorry, ik vergis mij, waar zit ik toch met mijn verstand. Niks kunstenares: een paaldanseres, of een slagersvrouw, ik wil een politieagente, een caféhoudster, een vakbondsactiviste, een automobiliste, een kapster, een hoedenmaakster, een metereologe, een stratenmaakster... het moet toch mogelijk zijn. Eens moet het er toch van komen dat ik een blote vrouw te zien krijg?"
Hij keek me vertwijfeld aan. Alle wanhoop van de wereld leek in zijn blik gebald te zitten.
"Ach," zei ik troostend, alsof ik begreep wat het is om nog nooit een blote vrouw te hebben gezien, terwijl ik er eigenlijk al eens twee tegelijk heb gezien, in de buurt van Ankara, "eens komt het er wel van. Geef de moed niet op!"
Ik keek hem na en zag hem met gebogen schouders de Hoogstraat ingaan.
En toen dacht ik ineens aan de bibliothecaresse, de manier waarop die altijd... maar wacht, bibliothecaressen had hij, als ik mij niet vergis, toch niet genoemd?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
7 opmerkingen:
en zo draagt een ieder zijn eigen lot...
Wel, blogbaas (het is maar om te helpen hoor) maar misschien moet de man een tussenstap overwegen en eerst aan een vrouw vragen of ze zich überhaupt wil blootgeven. Dat helpt wel eens. Ik heb het ook maar uit een victoriaans handboek, maar je weet maar nooit.
Well done, Blogbaas.
De manier waarop u de no-naked-man bejegend hebt, getuigt van klinisch inzicht. Al zeg ik het zelf.
Want stel, Blogbaas, stel dat de no-naked-man ook effectief een ontklede vrouw zou zien !
De gevolgen zouden onoverzichtelijk zijn.
voor charmantwerpen:
Wanhopige mensen plegen nogal eens voor de hand liggende oplossingen over het hofd te zien.
voor jevski:
Ja, het zou goed zijn als het hem geleidelijk overkomt. The full monty, eensklaps, kan inderdaad een shock veroorzaken.
The full monty eenklaps, Blogbaas, inderdaad. Ik kon niet op het woord komen !
Een reactie posten