11.11.07

De redding van de aarde (7)

Hoofdstuk 6: Waarin Alma Zichtopzee gloeit, gonst, koel aanspant en ook bevestigt dat het Ultieme Zwarte Gat overal is.

Met een hart vol van verwachting snelde Alma Zichtopzee naar het Hotel Amigo terug. De ontmoeting met de Minzame Monarch had haar hoop gegeven. Veel hoop. Zij mocht deze kans niet aan zich laten voorbijgaan. Igor Poetin, haar kwispelende lakei, kreeg opdracht om de mooiste avondjurk ter wereld te gaan kopen. Hij kreeg daarvoor welgeteld één uur de tijd.

"Igor, lakei, ik wil dat je de mooiste avondjurk ter wereld gaat kopen en je hebt daarvoor welgeteld één uur de tijd. En koop mij ook een tandenborstel," beval Alma hem.

"Ja Alma!"

Het klonk de man van simpele antwoorden als muziek in de oren. Vervuld van de wetenschap dat zijn leven op aarde niet langer meer zinloos was vertrok hij naar de meer bekende Brusselse modehuizen.

In afwachting trok Alma zich terug in haar suite waar zij een verkwikkend bad nam en nog eens de ampleur en het belang van haar taak tot zich liet doordringen. Het werd inderdaad tijd dat zij zich begon te gedragen als een waardige gezant van de planeet Zsjfnfureod vdp, in het 6² kwadrant in de vierde dimensie van het heelal.

Net toen zij gezwind couplet 6 van In The Year 2525 wilde neuriën, ging de deur open en verscheen Poetin in haar boudoir. De jurk die hij had weten op de kop tikken was werkelijk van een onaardse snit en hoogst kwalitatief van stof. Hij paste bovendien feilloos.

"Goed Igor, hiermee kan ik voorlopig die Paola wel in de schaduw zetten en ben je de tandenborstel niet vergeten?"

Neen hoor, ook aan de tandenborstel had Igor gedacht. Het zag er een stevig geval uit, met een ergonomisch gesculpteerd handvat. Als de koning van België een tandenborstel vraagt, dan krijgt de koning van België een tandenborstel.

Tegen valavond begaf Alma Zichtopzee zich op weg naar het koninklijk paleis. Zij zag er werkelijk stralend uit. De kreten van bewondering en nauwelijks bedwongen wellust waren niet van de lucht, maar zoals het een gezant past liet zij zich hier niet door beïnvloeden.

Het koninklijk paleis zag er precies zo uit zoals zij het had verwacht. Het had precies die frivole ernst die een koninklijk paleis toch hoort uit te stralen. Het zag er ook oud uit, maar weer net niet oud genoeg om te doen denken aan een sprookjespaleis bewoond door een malevolent tovenaar. Neen, de eerste indruk was al positief. Van iets dichterbij viel haar ook de vlaggentooi op. Wat een mooie vlag had dit land toch verzonnen! Drie geometrische vlakken - rechthoeken - die zich duidelijk van elkaar onderscheidden door de distinctieve inkleuring. Veel mooier en suggestiever dan de andere vlaggen die zij in dit land al had gezien. Welke lading zou deze vlag dekken? Dat was een vraag die zij niet mocht vergeten te stellen vanavond! Van nog dichterbij merkte zij iets op dat haar al gerust stelde nog voor zij het paleis zou betreden: een spreuk!

"L'union fait la force - Eendracht maakt macht"

D-d-dat was precies de kern van de interpretatieve stroming van het lied In The Year 2525 die ook op Zsjfnfureod vdp de meeste opgang maakte en die Alma zelf (al mocht zij dit om redenen van neutraliteit nooit luidop zeggen) in stilte zelf ook aanhing. Het lot was haar werkelijk goed gezind. Het was lang geleden dat zij die licht trillende tinteling, van zekerheid dat zij zich in de goede richting bewoog, voelde, en nu was die er weer. In dit aardse lichaam vertaalde het zich in een zacht gloeien van haar rechterborst.

De bel van het paleis hing nogal hoog, maar omdat niemand keek (de wachters stonden met hun rug naar het paleis) veroorloofde zij het zich om haar rechterwijsvinger telescopisch uit te schuiven en ermee op de belknop te drukken. Net lang genoeg tot de deur werd opengedaan.

Wat een sympathieke bedoening! Het was de oude koning zelf, ditmaal niet langer incognito want hij had zijn kroon - dezelfde van op de koekjesdozen - op, die in het deurgat verscheen.

"Alma, lieve vrouw, wat zijn Wij blij dat u gekomen bent. U ziet er bovendien ravissant uit. Komt snel binnen, want het tocht een beetje."

Met deze huiselijke bewoordingen nam de Vorst Alma bij de elleboog en trok haar naar binnen.

"U bent eigenlijk nog wat te vroeg. Wij zullen u eerst eens rondleiden in ons paleis. U zult zich dan wellicht heel wat meer thuis voelen."

Alma betwijfelde dat, op Zsjfnfureod vdp was zij wel wat anders gewoon, maar zij sprak de vriendelijke troonbezetter toch maar niet tegen. Op die manier kreeg zij heel wat dingen te zien en te weten die zij nooit voor mogelijk had gehouden, laat staan dat het haar ooit had geïnteresseerd: foto's van andere Koninklijke figuren op staatsbezoek, rapporten van niet meer in leven zijnde vorsten, rouwbetuigingen voor overleden vorstinnen, portretten van Afrikaanse onderworpenen, sprookjesboeken, verbouwingsplannen van kloosters, namenlijsten van kinderen die vaderschap opeisten, sleutels van geheime gangen, enzovoort , enzoverder. Hier had men op Zsjfnfureod vdp slechts één woord voor: een grabbelton.

Tot zij in een vrij langwerpig vertrek kwamen waar zich wel iets zeer curieus bevond, of preciezer: hing. Een voorwerp dat bij Alma, hoe volmaakt zij ook was, in een oogwenk braakneigingen opwekte, zoals dat bij confrontaties met kakkerlakken ook vaak het geval is.

"Ja," troostte de Koning haar," Wij begrijpen u, dat is onze Fabre, een luster gemaakt van groene kevers. Men moet er maar op komen. Het plafond was wat te hoog om er iets op te schilderen dus heeft de kunstenaar maar een luster gemaakt. Beseft u wel dat hier miljoenen kevers in steken? Het is een heel probleem om dat te onderhouden. A propos, hebt u uw tandenborstel bij? Ziet u, Wij sparen nu tandenborstels op. Wij willen er een van elk van onze landgenoten. Om ook een kunstwerk te maken. Wij zullen die allemaal aan elkaar plakken aan onze tricolore vlag en noemen het dan "Als een volk zich vastbijt...". Wij geloven dat met een dergelijk kunstwerk ons volk misschien eens gaat nadenken over wat het in de hand heeft, in plaats van wat er in de lucht zweeft."

Alma begreep geen bal van wat haar gids bedoelde, maar overhandigde hem haar tandenborstel. Op een of andere manier voelde zij wèl aan dat het iets te maken kon hebben met In The Year 2525. Maar wat, dat zou eens te meer nog moeten blijken.

"Kom," zei de Koning, die zag dat Alma weinig op had met wat boven hun hoofd hing, "iedereen zal er nu wel zijn. Wij gaan naar de salon."

Er heerste een gezellig rumoer in de zaal die zopas salon was genoemd. Dat kon ook niet anders. Alle aanwezigen waren verguld van zichzelf, vonden hun aanwezigheid compleet vanzelfsprekend en de geschonken drank was van een dusdanig dure prijs en exclusiviteit dat iedereen die zich een kwartier in hun gezelschap zou bevinden algauw tot dezelfde conclusie zou komen: "Waarom ook niet?"

Nog nooit had iemand hen van een andere visie weten te overtuigen. Er gingen wel geruchten, buiten, aan de andere kant van de paleismuren, maar geruchten hebben zoals menigeen weet nog geen rekening gespekt.

Naarmate Alma, arm in arm met de Vorst, verder de zaal intrad werd het muisstil in de zaal. Iedereen gaapte haar aan en zij begreep, telepathisch zoals u onderhand wel zal begrijpen, dat de gedachten van deze mensen niet op één en dezelfde lijn zaten. De aanwezige heren leken wel door haar jurk heen te kijken, maar de aanwezige vrouwen juist niet. De blikken van deze dames bleven precies dààr steken, op haar jurk. Alma schonk hier echter niet meer betekenis aan dan nodig. Zij kende de aardlingen onderhand. Meer zelfs, het gloeien van haar rechterborst, het zachte gonzen van haar onderbuik (omwille van de gedachten van de heren) en het aangename koele aanspannen van haar menselijke huid (dank zei de jaloerse gedachten van de dames), brachten haar in een positieve trance die uiteindelijk het welslagen van haar opdracht alleen maar ten goede kon komen.

De koning ging behaaglijk zitten op zijn troon en gebaarde dat zij aan zijn voeten mocht zitten. Dit was een eigenaardig gebruik, vond Alma, maar het is een interstellaire regel dat men zich aanpast aan de gebruiken van de gastheer of gastvrouw. Bovendien had zij vanuit die positie een goed zicht op de aanwezigen.

Kijk, was dat niet die Fabiola. Wat een kras exemplaar! Zij zag er uit als een spin met geamputeerde poten, maar wat een wilskracht! Wat een furieuze wilskracht straalde haar blik niet uit. Alsof zij een kachel kon laten branden puur en alleen door er in te geloven. Magnifiek! Beide dames kregen instinctief sympathie voor elkaar. Want ook prinses Fabiola bezit krachten die door menigeen worden onderschat.

Met Koningin Paola, zo merkte Alma snel op, viel er niet een dergelijke transcendentale band op te bouwen. Integendeel. Hier voelde zij een kille muur van misprijzen en afwijzing. Dat de snit van haar jurk hier veel mee te maken had, stelde Alma enigszins gerust. Dus bracht zij Paola op hypnotische wijze aan het verstand dat een relatie met haar man niet was wat haar interesseerde, zodat de heersende vorstin een iets minder vijandige houding aannam en haar armen niet langer gekruist hield. Echte vriendschap is echter toch nog wat anders.

"Waarde aanwezigen," opende de gastheer het debat, "Wij hebben in ons midden een zeer bijzondere gast. Een vrouw die van heel ver is gekomen en het ook weer heel ver zal gaan. Wij menen dat Wij haar hierbij moeten helpen. Ook geloven Wij dat Wij hiervoor goed geplaatst zijn en daarom stellen Wij voor dat zij inzage krijgt in ons boek over de Vaderlandse Geschiedenis!, dat..."

"Maar Albert," werd hij abrupt onderbroken door Fabiola, "Zijt Gij wel zeker? Inzage in het Boek van onze Vaderlandse Geschiedenis, het eigenste boek waar Gij elken avond zelf een hoofdstukje aan toevoegt? Kunt Gij dat boek wel missen?"

"Zwijgt Fabiola, Gij begrijpt mij niet helemaal. Het is niet de bedoeling het Boek uit te lenen. Maar gewoon inzage, elke morgen tussen kwart voor tien en het middagmaal. Het is eerder dàt waar Wij aan denken. Vrouwe Alma kan dan leren hoe Wij ons al uit moeilijke situaties hebben gewurmd." antwoordde Albert gevat.

"Dan heb ik niets gezegd," riposteerde Fabiola, met een samenzweerderige knipoog richting Alma.

"Ik geloof dat men mij verkeerd of zelfs helemaal niet begrijpt," nam Alma het woord. Mijn enige probleem is dat ik niet tot dichten en componeren kom, omdat ik geen inspiratie krijg en omdat ik in Hotel Amigo altijd weer gestoord wordt door andere gasten die klagen van het lawaai."

"Dat geloof ik niet," zei Koning Albert; (merk ondertussen als lezer op dat niettegenstaande Alma zich in een zaal met wel driehonderd koningsgetrouwen bevond, waaronder naaste familie, niet een zijn mond open deed om aan het debat deel te nemen en iets bij te dragen tot een breed gedragen meningsvorming. Zo gaat dat blijkbaar in die kringen.), "dat kan nooit het probleem zijn. Ik ken het Hotel Amigo. Het volk dat daar komt is van zulk een allooi dat mits de juiste fooi, de gepaste penning, alles geregeld kan worden... Of toch het meeste. Neen, volgens Ons is het probleem anders, Vrouwe Zichtopzee. Wij denken dat uw opdracht vervloekt is, misschien bent U zelfs betoverd. Uw missie beweegt zich in de wereld van de lichte muziek, van de Rock-’n-roll, en wat zich daar dagdagelijks afspeelt tart alle verbeelding. Dat begon met Elvis Presley en is zo geëvolueerd met de Rolling Stones, The Ramones, The Scabs, Helmut Lotti tot iets waar Wij geen van allen nog vat op hebben. Tegenwoordig horen Wij spreken over Metal, House, Turkse gevangenissen... en over shows met satanische elementen. Vrouwe Alma, neemt het van Ons aan: U bent betoverd!"

"Betoverd?" antwoordde Alma Zichtopzee verbouwereerd, "Zo heb ik het nog niet bekeken. Het zou best kunnen, de krachten van het kwade, van het Ultieme Zwarte Gat (hierbij verwees zij naar een al eeuwen durende oorlog tussen Zsjfnfureod vdp en een andere interstellaire strijdkracht) zijn overal. Misschien zijn er inderdaad spionnen die van mijn opdracht op de hoogte zijn geraakt en heeft het Ultieme Zwarte Gat inderdaad stappen gezet om mij te dwarsbomen. Als dat waar is...?"

Inderdaad! Als dat waar is, hoe moet het dan nog verder?

2 opmerkingen:

Anoniem zei

De verbouwereerdheid van Alma heeft mij evenzeer verbouwereerd.
Ik heb totaal geen idee hoe en óf het nog verder kan gaan.
Oei, Alma die betoverd zou kunnen zijn... waarom brokkelt Alma toch stukje bij beetje af?
Of... is dit een wreed manoeuver van de auteur?

't vliegend eiland zei

voor sodade:
U hoeft haar verbouwereerdheid niet te delen, het verhaal is nog verre van gedaan.

En hoewel ik inderdaad nog wel een paar magische ingrepen zal moeten verzinnen, geloof ik niet dat ik een beroep op tovenarij zal moeten doen.