Toen Balder hem het vergeetkistje toonde brak Marnix het angstzweet uit.
"Hoe kom je daar aan Balder? Weet je wel wat dat is?"
"Maar Marnix toch, gewoon een guitig kistje met een rare tuit."
"Mis Balder, dat is een v-e-r-g-e-e-t-k-i-s-t-j-e!!! Een mens moet daar met zijn fikken afblijven."
"Een v-e-r-g-e-e-t-k-i-s-t-j-e? Wat is dat nu weer?" stamelde Balder.
"Vergeetkistjes behoren tot het aloude instrumentarium om het kwade uit te drijven. Zij stammen uit de oude tijden toen de Europeanen nog arm en gelukkig waren..."
"Heus?"
"Ja heus, op oudjaarsdag stopten de mensen hun slechte herinneringen en kwade gevoelens t.o.v. hun medemensen, langs die éénrichtingstuit in een vergeetkistje. Op het feest van driekoningen begroeven zij dan hun kistjes op een voor niemand bekende plek en bleven zij zelf blijgemutst achter met niks dan goede bedoelingen en vrome intenties."
"Wat een prachtig gebruik. Hoe zou het toch komen dat wij dat niet meer kennen Marnix.?"
"Maar Balder, dat ligt toch voor de hand, dat komt door het verlies van ons kinderlijk geloof! Op zeker ogenblik raakten de oude Europeanen ervan overtuigd dat hun kinderlijk geloof ook een kwade eigenschap was en zij stopten het mee in hun vergeetkistje. Nu zitten wij er dus mee. Of beter gezegd, nu zitten we dus zonder!"
"Laten we dan dit kistje openbreken en het weer op de mensheid loslaten!"
"Balder, zet dat uit je hoofd. Op die manier bevrijden wij meteen ook een hele hoop boze gevoelens en ideeën. Wie weet hoe slecht de mens wel was die dit kistje ooit begroef. Neen hoor, dat risico mogen wij niet nemen."
"Ja, je hebt gelijk Marnix, ik zou wel een zucht van diepe spijt kunnen slaken."