Met elke overwinning zag Lodewijk zijn kans verkleinen om als 'fijnbesnaard' de geschiedenis in te gaan.
'Wat denkt gij, dienstknaap, zal men de lagere landen ooit als fijnbesnaard roemen?'
'Dat ligt in God's handen heer.'
'Wat denkt gij, dienstknaap, zal men de lagere landen ooit als fijnbesnaard roemen?'
'Dat ligt in God's handen heer.'
'Maar misschien kunt gij ermee beginnen?'
'Volgaarne heer.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten