Om een beter beleid af te smeken besloten we een oude traditie weer in eer te herstellen. De meeste mensen zullen het nooit uitspreken, alsof zij het een kwestie vinden die buiten hen om verloopt, maar straks, als het gevecht begint, zullen ze er allemaal zijn. Uiteraard hebben we het (voor we eraan dachten terug te grijpen naar onze oude gewoonten) eerst geprobeerd met een gezantschap, dat de bevoegde autoriteiten op de feiten hoorde te wijzen, maar kapitein en woordvoerder J. ‘De Oude’ kwam naar verluidt niet uit zijn woorden. Te zeer onder de indruk was hij van de rijke omgeving om zich nog om onze boodschap te bekommeren. Bovendien zou hij erg hebben geslist. Zodoende namen de secretarissen ons petitionnement aan en zij zouden het de gepaste aandacht geven.
Het is toen dat wij, vrouwenvangers, jaren actief in de schemering, en waar mogelijk aan het oog onttrokken, besloten om tussenbeide te komen. Wij lieten onze meest immense vrouwen los op de dwergen en klommen zelf naar veilige plaatsen in bomen of torens, om vandaar de slachting te aanschouwen. Wij hielden ons volledig afzijdig, of beperkten ons tot hoogstens wat commentaar op wat we onder ons zagen gebeuren. Wij hadden alle vertrouwen in onze vrouwen. Ze zijn goed opgeleid en gehoorzamen onvoorwaardelijk. Geen enkele dwerg heeft het overleefd. Voldaan keerden onze vrouwen terug naar hun cellen en wij klommen tevreden uit onze bomen en torens en bogen elkaar toe of schudden elkaar de hand.
Op deze manier, door daadkracht gebaseerd op oude tradities, luidden wij een nieuw tijdperk in, met eigen monumenten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten