Er heeft lang een redelijk wezen gewoond in een kleine holte achter in mijn rechterknie. Maar toen ik op een keer eens een vrouw hielp bij het opblazen van ballonnetjes en daarna met haar sliep is het bij haar gebleven. Ik veronderstel dat zij comfortabelere holten te bieden had.
Sindsdien ben ik helemaal alleen, zonder redelijk wezen geheel op mezelf aangewezen en vecht ik met de aloude vraag van hoe kom ik ooit nog aan een redelijk wezen.
_____
Geen opmerkingen:
Een reactie posten