24.4.10

De sprong



„Hoe diep is hij?” wilden zij onmiddellijk weten, maar daar kon ik zo vroeg toch geen antwoord op geven? Hoe kan ik nu weten hoe diep deze put is? Ik val nog maar pas. Ik ben er nog maar net in gesprongen. Het kan nog uren duren.

„Het is een brede, gladde, nogal vochtige schacht, en ik blijf maar vallen en vallen,” zo krijgen zij alvast een indruk van hoe het op het moment verloopt, „en warm!”

„En nu?” hoor ik, maar hun stemmen klinken al verder weg. Ik zit duidelijk een stuk dieper nu. Het gaat vanzelf.

Hoe lang zullen zij blijven wachten op mijn antwoord, vraag ik mij af. Ik blijf maar vallen. Eigenlijk kunnen zij beter naar huis gaan, het ziet er niet naar uit dat ik snel nieuws zal hebben over hoe het daar beneden is. Misschien is een en ander wel veel minder spectaculair dan zij denken. Of Ik beslis om deze ervaring voor mezelf te houden.

3 opmerkingen:

Leen zei

Bent u al aangekomen?

't vliegend eiland zei

voor Leen:
Ja, vooral in lichaamsgewicht.

Vlindera zei

Voor eeuwig springen, misschien wel als het leven zelf dus!