“En, ben je ook geweest?”
“Waar?”
“Naar dat feest dat mooi niet doorging."
"Ja hoor, daar was ik ook.”
“En het ging dus niet door.”
“Neen, maar dat is mij al dikwijls overkomen.”
“Dat je naar een feest ging dat niet doorging.”
“Ja.”
“Vind je dat dan niet erg.”
“Ach, ’t is maar een feest, denk ik altijd maar.”
“t’ Is maar hoe je het bekijkt, hé. Maar toch...”
4 opmerkingen:
Misschien dan maar een feest maken van het gereedmaken voor zo'n feest, dat kan ook al een feest op zich zijn hoor!
: )
The story of her life ?
voor Vlindera en Leen:
Feesten waaraan men vooraf te hard werkt of voorbereidt vallen dikwijls net iets minder mee.
Een reactie posten