Daar is Piet.
Gaat Piet naar Riet?
Gaat Piet weer naar Riet?
Ja, daar komt hij aan
Zie hem sluipen als een dief,
Langs het raam van Riet.
Riet ziet Piet wel komen!
Piet draagt een zak.
Piet draagt een zware zak.
In de zak zit een machien:
Het boormachien van Rien!
Het boormachien van Rien?
Ja, het boormachien van Rien!
Piet brengt het terug,
het boormachien brengt Piet terug,
in de zak al op zijn rug
Is er iets loos?
Wat weet Jan?
Of An?
Of Toos en Koos?
En Stijn?
En Krijn?
En Goos of Roos?
Maar vooral, waar zit Rien
en waar zit Mien?
Die zijn weeral niet te zien!
Mien geeft eten aan de kip,
Aan Tok de kip.
Tok heeft tien kuikens.
Wie is de jongen achter Mien?
Dat is Dolf, de broer van Krien
Hij staat te wachten op de koer,
Hij levert Mien het kippenvoer.
Rien hengelt in de beek,
Hij wacht op Toek de snoek.
Toek is nog nooit gevangen.
Is Rien geen flinke snaak?
Altijd in de weer,
altijd aan het werk,
In het wit of in het zwart:
Rien werkt altijd even hard!
Al ben je nog zo handig,
Is dat wel verstandig, Rien?
Want wat doet Riet zo nu en dan?
Riet belt Piet
Riet heeft een smoes,
Een rare ziekte heeft haar poes:
Mijn poes heeft jeuk, Piet
Moes de poes heeft jeuk !!
Ja hoor,
dan komt Piet een kijkje nemen!
Piet vindt het wat fijn!
En Riet vindt het wat fijn!
Samen zorgen voor Moes.
Moes de poes van Riet
Neen, meer gebeurt er niet.
“Meer hoef ik niet” denkt Piet
“Neen, meer hoef ik niet” denkt Riet
Meer hoeven zij niet, denken zij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten