Met hen viel niet te praten.
Ze drukte haar wang tegen het raam en was zich even verschrikkelijk bewust van die negen etages boven zich en die twee onder haar. En links en rechts en tegenover haar al die eendere flats; zo nieuw, zo praktisch, zo gemakkelijk schoon te houden en zo ontzettend saai. En niemand kende iemand. ledereen keek zo op elkaars tafel, maar van enig contact was geen sprake. Je groette elkaar niet eens! Wat dat betreft was het, toen ze nog bịj haar moeder moesten inwonen, toch gezelliger geweest. In die oude volksbuurt had je altijd aanspraak en men hielp elkaar waar men kon.
Na de annexatie introduceerden de Franse revolutionairen radicale veranderingen in het Belgische bestuur en de samenleving, vaak met geweld en onderdrukking. Al was het aankloppen bij de mensen, zoals we op de prent zien, wel een gebruik dat in de zuidelijke Nederlanden al bekend was.
Het interesseert me wel, maar zeggen dat ik veel filosofische werken heb gelezen, dat niet. En wat ik heb gelezen,heb ik, denk ik, niet helemaal goed begrepen. En dat geldt niet alleen voor filosofie. Als ik dat eerder had beseft had het anders kunnen lopen in mijn leven. Dit gegeven maakt dat ik mezelf inderdaad een gevaarlijk man vind. De bus nemen in een land waar ik de taal niet begrijp is voor mij geen probleem. Ik vind de bus nemen een van de betere manieren om een ander land te leren kennen. Ik kan mij geen situatie inbeelden waarin ik een fedora zou opzetten. Mijn ouders hebben mij geleerd om beleefd handen te schudden. Knijpen is in bepaalde omstandigheden het beste wat een mens kan doen. Ik ben geen voorstander van ruige geslachtsgemeenschap. Als ik een kat had en het beest zou het kanarievogeltje van de buren van angst doen sterven, dan zou ik daar niet trots op zijn, maar er toch ook weer niet levenslang een schuldgevoel aan overhouden. Levenslange schuldgevoelens of spijt, het is erg wezenlijk, maar ik vind niet dat een mens zich dààr dan weer schuldig om moet voelen. Spijt heeft van mij nog geen beter mens gemaakt. Ik vermijd erg koud water. Ik denk dat ik een jonge dertiger was toen ik het laatst met een katapult heb geschoten. Ik schoot ook mis. Salamander schoenen waren in mijn jeugd een teken van goede smaak en kwaliteit. Ik ben inderdaad bang van ganzen, van alle ganzen. Waterskiën kan ik niet. Gewoon skiën ook niet trouwens. Ik ben in zekere zin wel klaar met het leven. Afhankelijk van de situatie zou ik natuurlijk wel dierlijke pelsen dragen.
'Kom nou Karel, jij bent op afstand de beste. Jij in Nieuw Zeeland en ik hier in Aalsmeer. Laten we dat zo houden.'
Van de lezers van 'Gelukkig(e) paren' van Heere Heeresma is bekend dat veel mannen na het lezen van de laatste bladzijden (sommigen al veel eerder) het boek neerlegden met een bepaalde grijns of zelfs kramp op hun gelaat. Het boek gaf ook aanleiding tot pogingen van hun vrouwen of vriendinnen om belangstelling te tonen voor de leefwereld van hun man. Iets waar het de vorige vijfendertig jaar niet meer van gekomen was:
"Als iemand zijn geliefde opbelt en zegt: 'Ik maak het uit' en het daarna aan beide kanten stil blijft, zijn ze allebei zo'n gat aan het graven, totdat de beide gaten samen een groot gat geworden zijn. De volgende dagen zal de echo van dat telefoongesprek elke seconde weer rondzingen, 'ik maak het uit'. En degene met wie het is uitgemaakt zal denken: 'Als hij het dan moet uitmaken, waarom moet hij dan opbellen en het gat van mijn verdriet groter maken met zijn woorden? Waarom moet dat gat worden uitgediept met woorden, als die woorden alleen maar dienen als uitvlucht? De telefoon verbindt de twee gesprekspartners niet maar benadrukt juist de afstand tussen hen beiden, net zoals seks twee mensen niet altijd verbindt maar ze alleen maar bewuster maakt van hun eenzaamheid.
En het gat van die geliefde kan niet worden gevuld, ook niet met een nieuwe liefde, want de herinnering zal aan hem blijven knagen in alle nieuwe relaties, als een schaduw die hem altijd volgt.
Ja, dat doe ik vast nog wel eens: een ganse dag een rode clownsneus opzetten. Zomaar zonder reden. Ik ben een lafaard, in alle betekenissen van het woord. Ik had nooit Vera mogen afwijzen. Ik was misschien beter langer in Japan gebleven. Ik had moediger moeten zijn toen Annabel dat nodig had. De oudste mens die ik naakt heb gezien is drieënnegentig jaar oud. Je hebt veel katachtigen, maar linxen beschouw ik toch meer als grote katten. Of ik nu bestolen of belogen wordt, ik vind het allebei even erg. Op metafysisch vlak bedoel ik. Metafysisch als woord geberuik ik hier om indruk te maken. Als een rode clownsneus. Het was mooi geweest als Koenraed Goudeseune voor mij een grafschrift had geschreven. Ik heb altijd graag gebikkeld. Met steentjes, of met kleine ijzeren bikkels. Er zijn vast nog wel mensen die graag bikkelen.
Even werd gedacht - door sommigen zelfs gehoopt - dat de trend om met een contrabas of een saxofoon gezien te worden op publieke plaatsen naar onze contreien zou komen overgewaaid. Maar het fenomeen is aan ons voorbijgegaan.
Ja, voor wie zich afvroeg wie Brussel verfraaide. Dat was Karel van Lorreinen. Uiteraard is er heden ten dage alweer werk aan de winkel op dat vlak.