2.3.15

De eerste steen

“Wat was dat precies met die eerste steen?"
“Ja, dat was ik hé, die heb ik gegooid."
“Hoe vind je dat nu? Achteraf?"
“Wat ik daar nu van vind? Tja… ik was toen nog zonder zonde, dus ik dacht dat het wel aan mij was om…"
“… om die eerste steen te gooien?"
“Ja. Zoiets."
“Dat was echt iets voor jou, dacht je?"
“Ja. Maar toen gooide ik er naast."
“Waardoor het allemaal uit de hand liep."
“Dat kon ik toch niet voorzien?"



Geen opmerkingen: