donderdag 7 februari 2013

Hoe ik op economisch vlak waardevol werd

Toen ik nog als tijger door het leven ging placht ik 's nachts rond ons dorp te sluipen en te mijmeren over het veranderende leven in de vrije natuur. Mijn oude schoolmakker Rudy, nu boswachter, vond dit maar niets en achtte het nodig mij van ambtswege te berispen.
"Hou daar mee op, de mensen gaan nog denken dat je het vee komt belagen, of ze zullen je doden om je penis als afrodisiacum te vermalen."
Zijn preek maakte weinig indruk op mij. Het was een diepe innerlijke drang die mij er toe dreef uit de rivier te drinken en op een heuvel te staan brullen naar het uitspansel in de leegste momenten van de nacht. (Wat ik allemaal brulde hoef ik hier niet te zeggen, aangezien niemand het ooit heeft begrepen, laat staan er is op ingegaan).
Maar mijn vriend de boswachter had natuurlijk niet helemaal ongelijk met zijn berisping. Mijn dorpsgenoten schatten mijn handel en wandel wel degelijk verkeerd in. Zo legden zij vergiftigd geitenvlees op mijn pad, en een enkele vermetele heeft mij zelfs proberen neer te schieten. Gelukkig raakte hij mij daar waar het geen kwaad meer kon. In mijn hart.
"Wat had je verwacht? Hoe goed je ze ook kent, het blijven mensen. Ze zullen alles blijven doen om zich op die manier te onderscheiden. Ik had je toch gewaarschuwd en berispt?"
Het schietincident deed mij besluiten niet langer tijger te blijven en ik besloot vogelverschrikker te worden. Op die manier liep ik niet in de weg en kon ik toch nuttig zijn voor de gemeenschap!
Het duurde evenwel niet lang of er streek een grote zwarte kraai neer op mijn schouder.
"Waarom sta je nu precies hier en niet daar?" kraste hij?
"Omdat de grond hier malser is," gaf ik toe, verlegen om mijn zwakte.
"Maar je maakt hier de vogels bang en nu durven ze niet meer neer te strijken om voedsel te pikken."
En van de honger waarschijnlijk pikte hij mijn rechteroog, waarmee ik alle onrechtvaardigheid zie, uit.
Na dit avontuur probeerde ik maar gewoon een tijd lang mezelf te zijn, waarvoor ik ook alle tijd kreeg want ik bleef werkloos. Een CV met 'tijger' en 'vogelverschrikker' als ervaring blijkt buiten de beschikbare profielen te vallen.
Tijdens een van mijn lange wandelingen liep ik zo een bevallige giraf tegen het lijf. Het was Elisabeth van E., mijn roodharige en uiterst bevallige jeugdvriendin wier schuchtere toenaderingspogingen ik in die dwaze tijd opzettelijk had genegeerd.
"Dag Elza, hoe gaat het ermee?" riep ik roekeloos in de richting van het gebladerte van de treurwilg waarin in ergens haar hoofd vermoedde.
"Goed, ik zie dat je geen tijger meer bent."
"Neen," antwoordde ik zonder evenwel de achtergrond van mijn metamorfose toe te lichten. Ik besefte ineens dat ik nog steeds even zwijgzaam ben als vroeger op momenten dat je beter openhartig kan zijn.
"Hoe gaat het ermee?" stelde ik nogmaals de vraag die ik net had gesteld.
"Prachtig, ik ben de meest gegeerde kweekgiraf van alle dierentuinen overal ter wereld, en op dit ogenblik verbonden aan de Dublin Zoo!"
Ik begreep dat het nu of nooit was!
"Weet je nog hoe verliefd je vroeger was op mij Elza?"
"Ja hoor," smekte ze zacht, er zat een twijg tussen haar lippen, "Maar dat is verleden tijd. Je had me moeten aanvaarden om wie ik was en niet nu, om mijn sociale contacten en status."
Elza was dus een ander, hardvochtig mens in de gedaante van een giraf geworden en met spijt besefte ik dat verloren kansen inderdaad verloren zijn. Ineens zag ik ook in dat het hoe dan ook niets had kunnen worden tussen ons, haar vagina bevond zich veel te hoog in verhouding met mijn eerder kort postuur en ik ben de leeftijd van hachelijke acrobatieën op dat vlak ook al een tijd voorbij.
Met huilend hart liep ik terug naar mijn enige vriend die het, weze het van ambtswege, goed met mij voor had en vertelde hem dat ik onderweg een besluit had genomen.
"Ik wordt weer tijger!"
Met lede ogen keek hij mij aan, maar hield verder zijn mond.
Nog diezelfde nacht, het was geeneens volle maan werd ik door stropers doodgeschoten. Ze sneden alleen mijn penis af om die te drogen en te vermalen tot een machtig afrodisiacum omdat er blijkbaar nog altijd een markt is voor die dingen. Zo kwam ik aan mijn einde maar werd ik toch nog waardevol op economisch vlak.


_____









Geen opmerkingen: