"Wilt u even naar mij luisteren?" vroeg de engel die mij vanuit het portaal van de Finis Terrae kerk in de Nieuwstraat aanklampte.
"Goed, even dan," antwoordde ik. Vooral om indruk te maken op mijn gezellin met het feit dat ik toch maar aandacht geniet van engelen.
"Ik hou het kort," zei hij, haar zijdelings monsterend.
"Graag ja."
"Wel, …"
Maar toen hij begon over een openbaring snoerde ik hem onmiddellijk de mond.
"Met openbaringen moet je niet bij mij zijn."
Ik wilde absoluut niet dat mijn gezellin zou denken dat ik een zweverig type ben en niet met beide voeten op de grond sta.
Het is later niets geworden met die gezellin. Het begon al met het verwijt dat je engelen niet op die manier afscheept.
_____
Geen opmerkingen:
Een reactie posten