5.8.11

Over de kraaakvinngers (mijn eerste verhaal voor vroegrijpe kinderen)



Eerst en vooral: Je blijft beter uit de buurt van de kraaakvinngers!

Eigenlijk zou je veel beter af zijn als je niets van ze afwist, van de kraaakvinngers bedoel ik, maar daar is het bij deze natuurlijk te laat voor. Maar je zou er dan nooit op de meest ongelegen momenten aan denken en je gaan verstoppen in het toilet, aangezien je van schrik geen blijf weet en je je weer belachelijk voelt omdat je vriendjes willen weten of het weer komt door die KRAAAKVINNGERS. (Luister goed hoe ze het uitspreken!)

"Maar nee, het zijn niet de kraaakvinngers, dat zijn maar sprookjes en daar geloof ik niet meer in, jullie toch ook niet?" zal jij dan wel met een dun stemmetje zeggen, maar uiteraard weet je nu al dat ze dat niet zullen geloven!

Kinderen als jij moeten inderdaad niet bang zijn voor de kraaakvinngers! Toch kan je veel beter andere smoezen verzinnen om door de toiletdeur heen aan je vriendjes te vertellen. Een opkomende vergiftiging, de herinnering aan een dode opa, ondraaglijke eenzaamheid, wormen, een onbestemde niet te plaatsen geur… je verzint het zelf maar, alles behalve de kraaakvinngers natuurlijk, want daar kom je niet mee weg. Zelfs een plots opkomende lust om je eigen lichaam te betasten zal geloofwaardiger blijken. Hoe ongeloofwaardiger hoe aannemelijker!

Weet je wat het is? Een kind als jij dat na de eerste zin al gelooft dat kraaakvinngers ècht bestaan heeft te veel fantasie en is in staat nog veel meer onwaarschijnlijke dingen te geloven. Over geluk bijvoorbeeld. Natuurlijk beslis je zelf wat je geloven wil en hoe lang je dat wil volhouden. Maar èèn ding moet ik je echter op het hart drukken:

blijf ondertussen uit de buurt van de kraaakvinngers!

Geen opmerkingen: