Zij hield mij staande en vroeg: 'Kent u mijn lichaam?’
‘Ik kan het mij voorstellen,' antwoordde ik.
‘Dan weet u wat u te doen staat,’ porde zij mij aan.
Ik dacht na. Wat wilde ze van mij? Ik besloot om geen risico te nemen.
‘Nee,’ zei ik.
‘Wat bedoelt u met nee,' vroeg zij.
‘Ik weet niet wat mij te doen staat,’ legde ik uit.
‘Waarom niet,' vroeg zij verwonderd.
‘Omdat u mij niet bevalt,' opperde ik.
‘Ja, daar zegt u wat,’ gaf zij zwierig toe, 'dat ben ik met u eens, want als ik één ding niet ben dan is het wel bevallig.'
Ik maakte rechtsomkeert en liep fluitend door. Ik voelde dat zij mij nakeek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten