19.7.10

Waarom de olifanten doen wat zij doen...



Ik moet het nu toch eens over de olifanten hebben. Zij blijken mij te vertrouwen en wanneer zij ons onbespied weten tonen zij mij hun acrobatieën en appreciëren mijn raadgevingen. Veel raad kan ik hen evenwel niet geven, het zijn meesters in hun vak. Doorgaans blijft het bij bewonderende complimenten voor hun vindingrijkheid.
Tristan en Isolde zijn verreweg de meest getalenteerden. Hun lichaamsbouw en slurflengte zijn ideaal. Zij oefenen dat het een lieve lust is. In de winter ergens ver weg op het eiland, diep in het beschuttende bos. In de zomer op het strand, waar het dan koel is, te kijk voor iedereen. Dat zijn duidelijk hun gelukkigste momenten.
Op een dag namen zij mij apart met iets heel bijzonder: „Wij hebben last met de voortplanting. Zou het kunnen dat wij lichamelijk niet bij elkaar passen?”
Daar had ik geen afdoende oplossing voor, tenzij om te troosten: „Tja... ook voor mij is dat niet altijd even makkelijk.”
Verbluft keken zij mij aan: „O!”
Misschien wilden zij mij uit fijngevoeligheid sparen, maar verdere vragen hadden zij niet.
Tegen de volgende lente kon Isolde jonglerend met drie bowlingballen door een brandende hoepel springen die Tristan, tapdansend, met zijn slurf hoog in de lucht hield.
Olifanten blijven zich blijkbaar hardnekkig op hun talenten concentreren, ook al is in hun bestaan niet alles rozengeur of maneschijn.

2 opmerkingen:

d.s. zei

Hoe dikker de huid hoe

't vliegend eiland zei

voor jevski:
Ja?