vrijdag 6 november 2009
Het sprookje van Misschientje
Ineens begon Misschientje weer te spreken en naarmate haar woorden de kamer vulden werden de muizenmannetjes alsmaar stiller en stiller, hun hartjes vol van verbijstering.
"... en toen, toen was ik eindelijk alleen met de man die er nooit voor zichzelf is," eindigde zij haar droevig relaas over haar verblijf aan de Ware Stroom.
"Ach wat mooi," riep de jongste, de flapuit die, omdat hij van zulke dingen nog geen kaas had mogen eten, altijd precies de juiste vragen stelde, "dus eindelijk was hij er voor jou alleen?"
"Zo zou ik het niet durven stellen..." antwoordde Misschientje zacht, waarna zij waarlijk begon te wenen.
Onthutst keken de muizenmannetjes, nooit op hun gemak bij een wenende vrouw, elkaar aan.
"Misschientje, dit is toch wel nog een sprookje?" vroeg opnieuw de jongste de enige vraag die zij altijd al had weten te ontwijken.
"Dat hoop ik jongen, dat hoop ik,"
maar het klonk niet als het antwoord dat zij kende.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
4 opmerkingen:
'Iets reusachtigs dat er vederlicht uitziet', zie ik dat nu pas?
U beschouwt Misschientje als een vrouw, Blogbaas ?
voor jevski:
U maakt er van wat u wilt, maar ik kèn haar!
voor clara:
Dat zou best kunnen, ik speel nogal met die ondertitel.
Een reactie posten