
Ik was zoals zo vaak op zoek naar een volmaakte vrouw toen er zomaar een pardoes naast mij kwam zitten in de tram.
"Waar ga jij heen?" vroeg zij zonder omwegen.
"Hoezo? Waarom wilt u dat weten?" antwoordde ik, op mijn hoede zoals altijd, in plaats van zonder schromen voluit mijn kans te grijpen.
"Gewoon. Waar moet jij heen?"
"Ik ben op zoek naar een volmaakte vrouw. Volmaakt naar lichaam en geest," besloot ik klare wijn te schenken.
"Volmaakte vrouwen bestaan niet," zuchtte zij.
"Toch wel." Ik keek haar betekenisvol aan.
Ineens begon de volmaakte vrouw heel treurig te kijken: "Ik kom pas uit een heel bittere en pijnlijke relatie."
"Dat komt natuurlijk omdat u zo mooi en fijngevoelig bent. U werd waarschijnlijk niet ten volle begrepen," troostte ik haar.
"Ja. Hij begreep mij niet."
"Het moet erg moeilijk zijn voor een volmaakte, als je door niemand begrepen wordt," filosofeerde ik zachtjes voor mij uit, maar toch luid genoeg opdat zij het zou horen.
"Ja, dat is zo. Zag ik er maar wat gewoner uit, en begrepen de mannen mij maar wat beter."
"O!" zei ik opnieuw op normale gesprekstoon, "maar ik, ik heb heel veel begrip voor heel wat dingen hoor."
"Zeg 'ns, jij houdt mij zeker voor het lapje?" antwoordde de volmaakte vrouw daarop scherp, terwijl zij haar hoofd draaide om mij vorsend aan te kijken.
"Helemaal niet, ik respecteer uw gevoelens."
"Dan is het goed. Dat zou wel het laatste zijn dat ik er nog bij kan hebben."
"Waar woont u?"
"Bij de volgende halte," antwoordde de volmaakte vrouw.
"Ik ook," antwoordde ik snel, blij dat we al iets gemeen hadden.
De volmaakte vrouw keek ineens weer heel treurig en eenzaam en ik vroeg of het wel ging met haar.
"Ja." antwoordde zij, "Eenzaamheid is zwaar om dragen voor een vrouw alleen."
"Eenzame vrouwen hebben het inderdaad niet makkelijk, zo schijnt het," troostte ik haar een tweede keer.
"Wat begrijpt u mij toch goed," antwoordde zij en haar stem klonk iets warmer nu dan zo-even.
"Misschien zou u beter een nieuwe vriend nemen?" opperde ik.
Met een gezicht vol afschuw keek zij mij opnieuw aan:
"Nog liever eenzaam en verlaten dan weer een relatie," waren haar verbitterde woorden. Toen nam zij een flacon met reukwater en friste zich wat op. Daarna zuchtte zij eens heel diep, en, kijkend naar mijn weerspiegeling in het raam aan de andere kant peilde zij:
"En? Hoe sta jij in het leven?"
"Ach, ik ben een eenzaam man," antwoordde ik.
"Wat wil dat zeggen? Dat je geen vrouw en kinderen hebt?"
"Dat zou je in zekere zin zo kunnen stellen," zei ik, om niet vlakaf te moeten liegen, en op een of andere mannelijke manier loog ik ook niet.
"Mmmm..." deed zij nadenkend.
Toen, net toen ik begon te denken dat een en ander misschien wel de goede kant opging met deze volmaakte vrouw, greep zij ineens haar handtas, sprong op, en verdween als laatste met de mensen die achter uit de tram stapten.
Ik reed verder door naar huis.