24.5.20

Deuren



Er was eens een vrouw die met de deuren open leefde. Waaide er eens eentje dicht dan deed ze die zo vlug mogelijk weer open. Weer of geen weer.

 “Ja, dat ademt beter,” zei ze dan.

 Er was ook eens een man die alle deuren achter zich sloot. Hij had daar niet echt een reden voor, maar het was sterker dan hemzelf dacht hij. Ging er eens eentje dicht dan kon je er donder op zeggen dat hij in de buurt was.

"Ik? Nee hoor.”

“Dat moet vanzelf gebeurd zijn.”

“Ik dacht dat het mocht.”

of

“Het is sterker dan mezelf.”

 zei hij dan.

Het gebeurde op een dag dat de vrouw die met de deuren open leefde en de man die alle deuren sloot op elkaar vielen. U hoort mij niet zeggen dat het voorbestemd was, maar het is wel gebeurd. Maar om kort te zijn, dat heeft nièt lang geduurd.


Geen opmerkingen: