30.9.15

Ramon y Lola


"Denk je niet Ramon, dat wij in plaats van hen altijd na te zeggen, ook niet eens met iets zinnigs voor de pinnen moeten komen?"
“Zeker niet Lola! Dat doen zij toch ook niet? Wat valt er nu voor zinnigs te zeggen tegen iemand die uren en uren tijd verspilt aan het leren spreken van een papegaai?"

28.9.15

Het wat?


"We hebben wel wat om op terug te blikken hé schat!"
“Jazeker, zo ver het oog strekt zelfs."
“En met wat geluk krijgen we nu nog het sluitstuk."
“Het wat?"

27.9.15

Enkele reis Mars


De inschrijving voor een enkele reis naar Mars leidde binnen sommige relaties tot diepe gesprekken:
“Is het omdat je niet meer van me houdt?"
“Neen, zeker niet!"
“O! Dan is het goed."

25.9.15

Blending in

Vaak wil men weten waar ik heen ga.
Dan zeg ik dat ik net terug kom.
Dan is het goed.
(Belangrijk is wel te vermelden dat
ik steeds mijn pet afneem, wanneer men
mij vragen stelt en dat ik geen overdreven
vreemde gerechten eet)

24.9.15

Strijd tegen het kwaad


Geregeld heb ik de neiging ten strijde te trekken tegen het kwaad.
“Waarom zou je dat doen,” weerhoudt men mij dan, “Wij hebben het toch goed!"
“Ja, wij hebben alles wat ons hartje begeert.”
Dat verlies ik inderdaad nogal eens uit het oog.
“Neen hoor, wij hebben het uitstekend,” valt men men dan bij, “Met al onze verworvenheden!"
Dan keer ik onverrichterzake weer naar huis en kleed mij weer om in minder strijdvaardig plunje.
Hoe kom ik er toch bij dat ik ten strijde wil tegen het kwaad. Men heeft het goed. Dat zegt men tenminste, terwijl ik denk dat het er op aan komt!

23.9.15

Roeping


Tijdens de try-out voor de voorstelling van “De zekerheden des levens” vernam theatergezelschap “Vertier tot verheffing” dat haar subsidies definitief gehalveerd werden. Niettegenstaande de pijnlijke gevolgen hiervan voor het voortbestaan van het gezelschap, had het nieuws voor de hoofdactrice toch een gunstige invloed op de beleving van haar rol en het definitieve besef dat de bühne haar ware roeping was.

22.9.15

Hij-Die-Dat-Kon-Als-Hij-Maar-Wilde


En toen bracht Hij-Die-Dat-Kon-Als-Hij-Maar-Wilde met een subtiel gebaar de wereldvrede op gang. Zo subtiel was het gebaar dat het velen eigenlijk ontging, maar gelukkig werd het in tal van nieuwsherhalingen telkens weer in beeld gebracht, zodat uiteindelijk ook wij hier ons bewust werden van de stand van zaken en de uitdagingen die dit stelde voor onze van export afhankelijke economie!

21.9.15

Herenbroek met snit?


Miljoenen mensen geloven dat de wereld een juweel is. Maar dat klopt natuurlijk van geen kanten. Zij die dat denken hebben nooit geleefd.
De wereld is een herenbroek, die ooit een of andere god heeft gepast, en waarvan niemand weet waar de vest gebleven is. Een wijdse, uiteenlopende broek.
Niemand heeft zicht op in welke zak hij of zij zit, laat staan dat iemand enig benul heeft van de snit.

20.9.15

Man op feest


Op een keer, in A. op een feest, raakte ik in gesprek met een vrouw die zei dat ik haar deed denken aan een man die haar in de steek gelaten had.
“Waarom zou hij dat gedaan hebben?” vroeg zij.
Dat kan ik toch niet kon weten, antwoordde ik.
Precies het antwoord voor een man als ik op een feest.

19.9.15

Out of the box


Arfled was één van die bitter weinigen die niet alleen zo af en toe eens out of the box wisten te denken, maar die dan ook nog eens op gedachten kwam die iedereen out of the box hielpen. Uiteraard lieten de media hem al snel links liggen!

18.9.15

De sprookjes in elke krant


"Er leefde ooit eens een generaal die er genoegen in schepte om vanuit zijn luchtschip huizen te beschijnen met een zoeklicht. In die tijd een futuristische uitvinding. De ochtend nadien bleken dan steevast de bewoners van die huizen, vrouwen en kinderen incluis, daar niet meer te wonen en wisten de buren, bij navraag, zelfs niet meer zeker of daar ooit iemand gewoond had."
“Nee, toch niet weer een sprookje over valse dictators en beulen?"
“Die vond je toch altijd mooi?"
“Nee, nu niet meer. Ik studeer nu economie."
“O ja, maar dan weet ik nog een sprookje over een minister van financiën die zijn volk bedroog door steeds maar geld te tellen dat er niet was en de koning wijs maakte dat hij met dàt geld zijn volk kon beloven wat het wilde."
“Ja?! vertel op.
“Ach, je leest het in elke krant!

17.9.15

Kompas


Hoe meer ik onder de mensen kom hoe duidelijker het mij opvalt: ze zijn allemaal zo volmaakt.
Hoe ze praten.
Hoe ze hand in hand lopen.
Hun das knopen.
Naar de zon kijken
en altijd neen zeggen.
Nog betrouwbaarder
dan een kompas.

16.9.15

Wat een mens in zo'n geval bedenkt


Het ergste is dat zij
vaak woorden gebruiken
die ik niet begrijp en
dat wanneer ik dan om
uitleg vraag zij alleen
meewarig kijken en
gewoon wegvliegen en
ik mij dan tevreden
moet stellen met de
verklaring dat zij de
dingen natuurlijk
vanuit een ander
perspectief bekijken.
Ja, wat bedenkt een mens
al niet in zo'n geval?

15.9.15

kijkken


"En dan moet je kijkken! Daar hebben ze niet van terug."
"? Met twee k's?"
"Ja!"
"Van wie heb je dat geleerd?"
"In fijn gezelschap"

13.9.15

Na het uitbreken van de wereldvrede


Dank zij het feit dat
net voor zij hun pistolen zouden trekken
God kwam overvliegen
in zijn hoogsteigen Zeppelin
en hen op telephatische wijze
of op zijn minst op goddelijke wijze
toeschreeuwde dat de wereldvrede uitgebroken was
besloten zij hun duel af te blazen

waarna zij voorwaar ook nog
vriendschap sloten en elkaar
in een latere faze van hun leven
steunden in hun respectievelijke
geloofscrisissen

12.9.15

Op vergeten wijze


“Denk je dat het nog kan? Weer van elkaar houden zoals vroeger kon?"
“Je bedoelt weer liefde…"
“Ja, precies, liefde op vergeten wijze."
"Maar dat deed zoveel pijn."

11.9.15

Ons hoofd


Stel dat wij inzicht hadden,
al was het maar in eenvoudige dingen,
dan zouden wij ons een en ander niet in het hoofd halen,
vast niet! Nee vast niet!
Maar misschien halen we ons dan weer heel andere
dingen in het hoofd!
Want zo zijn we wel.
Jazeker, daar hebben wij ons hoofd voor gekregen.

10.9.15

Over het wat hebben we het later nog wel!


Laat ons eens iets plegen.
Hebt u al wat gepleegd?
Een misdaad!
Iets erg!!
Of iets minder erg!!
Het hoeft zelfs helemaal niet erg te zijn.
Eigenlijk.
Het gaat om het plegen.
Ja kom, laat ons eens iets plegen.
Over het wat hebben we het later nog wel!

9.9.15

Eerlijkheid op het juiste moment


"Nee jongen, breder dan dit zal ik het, vrees ik, nooit hebben. Daarvoor lijk je te veel op je vader."

8.9.15

Arfled en het PBK


Het was alweer Arfled die voor het twintigste jaar op rij het Priemende Blik Kampioenschap in open lucht won en gelet op de datum waarop hij de feestzaal om dit dubbele lustrum te vieren heeft geboekt, heeft hij het ook ruim op voorhand zien aankomen.

7.9.15

De buurman en zijn bootje


“Hoe vaak hadden wij het niet over de zekerheden des levens?"
“Ja, heel vaak."
“En wat zei jij steeds, weet je dat nog?"
“Dat een mens altijd moet zorgen voor wat houvast."
“Precies!"
“En met wie heb jij altijd het meest gelachen?"
“Met de buurman en zijn bootje."

6.9.15

Samenwerken (of de kloof tussen politiek en maatschappij)


"Samenwerken? Graag! Met alle plezier, komen jullie maar naar hier, ik heb plaats!"
“Maarre… zou jij niet beter bij ons komen, hier is méér plaats."
“Wat? Niets van, ik heb al toegegeven omdat ik wil samenwerken, nu ga ik niet nog eens toegeven over de plek waar!!"

5.9.15

Het makkelijkste


“Weet je wat nog het ergst is?"
“Nee."
“Dat ze altijd eerst ja zeggen en dan nee."
“Ja!"
“Nee!"
“Nee?"
“Ja!"
"Kon je ze maar wegtoveren."
“Ja, dat is nog het makkelijkste."

4.9.15

Regendruppel


“En laten we nu de zee wegdenken,” stelde hij voor, nadat zij al heel wat andere dingen hadden weggedacht.
“De zee? Maar er is hier helemaal geen zee!"
“Het is ook meer iets voor gevorderden."
“Ja, maar de zee… dat is wel heel wat."
“Okee, begin dan eerst met een regendruppel."

3.9.15

Sterk


Sterk
Ze zaten naast elkaar op een bank toen hij zei: “Ik kan sinds gisteren met mijn rechterarm tot bij de wolken!"
“Dat is mooi,” wist zij, want zij wist ook al heel lang wat er daarvoor te koop is in de wereld, “zo zet je mensen aan het dromen."
“Denk je?"
“Dat kan niet anders."
“Dat lijkt mij wel sterk."
“Dat is het zeker."

2.9.15

Onbehoorlijk


“Maar was…"
“JA!"
“Wat, ja?"
“Dat het onbehoorlijk was."
“Hoezo, onbehoorlijk?"
“Welja, wat ik deed natuurlijk, dat bedoel je toch?"
“Ik weet niet wat ik bedoelde eigenlijk."
“O! Wat jammer."
“Wat, wat jammer?"
“Dat ik het dan zomaar heb toegegeven."
“Ja?"

1.9.15

Zinvolle activiteiten


"Maar hoe je dat toch?"
"Kijk, zo!"
"Het lijkt wel makkelijk zoals jij dat doet."

Ja, hij kreeg graag complimenten voor activiteiten die hij zinvol vond.