31.7.13

Veelzijdig

Allemaal dachten we als enige haar ècht te hebben gekend omdat we er allemaal getuige van geweest waren hoe zij zich ineens in een alledaags voorwerp kon veranderen. Een melkkannetje.
Groot was evenwel onze verwondering toen bleek dat wat voor mij een melkkan was, voor een ander een trekhaak, en voor weer een ander een gloeilamp was geweest.
Al snel bleek tevens dat zij ook een bijzonder mooi tafellaken en telefoontoestel was geweest.
En voor een wat onopvallende man die zich afzijdig hield een heus staunton schaakspel.
Daaruit konden wij slechts besluiten dat zij veel veelzijdiger was geweest dan wij ooit vermoed hadden.


_____

30.7.13

KATAKLOP-KATAKLOP



De parabel van de man die ons vierklauwens een alternatief aanbiedt.


_____

25.7.13

Sir Charles en Lady Velma



Terwijl Sir Charles zich beneden zat af te vragen of zij wel identieke zielen waren lag Lady Velma zich boven af te vragen waar hij bleef. En beiden vonden zij dat de tijd drong.


_____

23.7.13

Gesprek



De jongen die hielp met donderen
ontmoette het meisje dat zonlicht bracht in huis en zei:
"weet je wat ik er zo mooi aan vind? Het flikkeren van de bliksem! Dat vind ik altijd prachtig."
Het meisje keek hem nieuwsgierig aan en lachte:
"Dat is fijn! Ik doe het om de schaduwen. Geen zonlicht zonder schaduw."
"Schaduw?"
zei de donderjongen peinzend.
"Ja, schaduw!"

En zo praatten zij een hele tijd verder
over thuis en het was voor beiden duidelijk
dat zij heel anders waren, al denkt men dat wel vaker.


_____

22.7.13

Verworven kennis

In het bos niet ver van waar ik werk werd ik eens tegengehouden en gewezen op de gevaren van het zwijgen van een altijd sprekende vrouw. Dit oponthoud maakte (logischerwijs) dat ik een twintigtal minuten te laat thuiskwam. De ijzige stilte die mij van uit de eetkamer toewaaide deed mij gelijk beseffen dat ik dat wat men mij zopas onderwezen had in feite al lang wist.


_____

21.7.13

De immer durende strijd van Voor-en-tegen-Man

Het ene moment liep hij resoluut naar dààr, het andere leek hij dan weer te twijfelen en ging zitten.
"Wat verwarrend toch," dachten de mensen die hem volgden en op die manier hun doel hoopten te bereiken. Zij hadden natuurlijk geen flauw benul van wat er zich afspeelde, dat is wel duidelijk. Zij meenden dat een en ander erg makkelijk was natuurlijk, of dat in de loop der jaren toch geworden was.

Maar de strijd tussen voor en tegen is altijd eenzaam en altijd hard! En wie hem zelf niet voeren durft rekent dan natuurlijk op Voor-en-tegen-Man. Oei! Kijk, hij staat weer op en komt hierheen gelopen. Benieuwd wat er nu zal gebeuren.


_____

20.7.13

Grot

"Kijk, een grot!"
wees ik alsof ik er belang bij had om de streek te promoten.
"Een grot?"
"Ja, dààr!"
wees ik nog eens.
"Je moet het maar weten, anders zou je het niet zien."
"Ja,"
antwoordde ik op een toon of ik anders wel behept was met het oog van een grottenkenner,
"sommige hebben een hele geschiedenis."
"Ik zou het niet weten. Deze ook?"
"Nee, niet deze, voor zover ik weet."
Een kenner die àlles pretendeert te weten is niet geloofwaardig.
"..."
"In het verleden scholen er vaak piraten, die er soms zelfs hun schatten begroeven."
"Hoe kom je daar bij?"
"Uit avonturenverhalen."
"O! Avonturenverhalen. Maar zijn er ook geen grotten of spelonken waar maagden werden vastgeketend als voer voor draken en zeemonsters?"
"Nee, waar haal je dat?"
"Uit sprookjes."


_____

19.7.13

Sprookjesachtig



Ik kende eens een bijzondere vrouw die zielsveel van mij hield maar dat nooit met zoveel woorden gezegd heeft tegen mij. Aangezien ik een man ben die zulke dingen totaal niet aanvoelt moet zij wel enorm eenzaam geweest zijn.
Op een dag zonk zij in een diepe coma nadat zij zich verslikte in een glas zuiver appelsap, dat ik gekocht had op de markt van een oude, verrimpelde heks die het mij had weten te verkopen met de uitleg dat "dit appelsap gewaardeerd werd omdat het goed was om vriendschappen te onderhouden en daarom geliefd bij mensen die daar niet goed in zijn".
Ik dacht eerst dat mijn vriendin gewoon van de warmte was flauw gevallen, want het was al dagenlang bloedheet weer, en in mijn zoektocht tussen haar spulletjes naar reukwater, om haar weer bij te brengen, stootte ik op haar dagboek waarin ik las wat zij voelde voor mij en wat zij allemaal hoopte en in mij zag, maar ook wie zij in werkelijkheid was. Hoe zij niettegenstaande tal van avonturen met zeven dwergen en een huwelijk met een prins toch nooit het ware geluk had mogen proeven en hoopte ooit te kunnen berusten in het leven zoals het kwam en te kunnen genieten van de eenvoudige dingen in het leven.
Overmand door onmacht en ook wel spijt heb ik haar toen zachtjes op de lippen gezoend en haar man, van wie zij ondanks alles toch niet was gescheiden, gewaarschuwd, zodat die het nodige kon doen om haar in een verzorgingsinstelling op te laten nemen nadat bleek dat er weinig was waarmee de wetenschap haar echt helpen kon.


_____

18.7.13

In het midden

Ooit gaf ik per vergissing een notabele een oorvijg.
Of niet per vergissing, dat laat ik in het midden.
Hoe dan ook werd ik gearresteerd en kwam ik om het leven tijdens het transport naar een politiekantoor.
Ja, toen leefden wij in zo'n land!


_____

17.7.13

Gehuldigd



Omdat ik mij niet goedschiks huldigen liet deden ze het kwaadschiks. Mijn argumenten waren niet langer van tel. Door vier potige vrouwen werd ik uit mijn huis gesleurd en publiekelijk op een in zilverpapier verpakte toiletpot vastgebonden.
Mijn inzet voor de gemeenschap (de aanleg van openbare parken, het plaatsen van zitbanken in winkelwijken, het vrijwillig getuigenis afleggen wanneer ik vluchtmisdrijven had waargenomen, enz.) hadden uiteindelijk de aandacht getrokken en diverse actiegroepen het leven doen zien voor wie huldiging de enige vorm van respect leek te zijn die een man als ik verdien.
Nu ben ik inderdaad een ijveraar van het goede in het openbaar leven, maar of ik hiervoor gehuldigd hoorde te worden heb ik nooit ingezien. Ik deed het graag allemaal, zonder politiek oogmerk of winstbejag.
Maar daar zat ik dus vast op die pot en werd een hele dag gehuldigd. Door zingende kinderen (die tweestemmig het gelegenheidslied Dank u voor het zebrapad zongen en door de oudste inwoner van onze gemeente (die mij nog had gekend in de tijd dat niemand durfde te voorspellen hoe het met mij aflopen zou.)
"Een rolator met opbergvak ter beschikking in de bibliotheek, hoe kom je er op?"


_____

16.7.13

Bea en Eddy (Hoe dat zat met)

Zeker wanneer de zon scheen zag Bea er zo freel, lief en breekbaar uit dat niemand van ons, die verliefd op haar waren, haar durfde aan te spreken, laat staan haar de oordopjes van haar iPod uit de oren durfde te trekken. "Om te plagen!" en haar zo (en onszelf) de kans te bieden zogezegd boos te worden en van het een het ander laten komen.
Nee, wij dorsten haar amper aan te kijken uit vrees ter plekke te zullen smelten onder het licht van haar ogen en op die manier subtiel onze gevoelens te verraden.
En dan was er Eddy, die ten langen leste naar Mongolië verhuisde om er korstmossen te gaan bestuderen en zich onder te dompelen in lokale sjamanistische gebruiken, nodig om hem Bea te doen vergeten.
Het omgekeerde was vrij snel het geval!


_____

15.7.13

Véél méér!



"Houden jullie dan echt zo véél van elkaar?" vroeg de hopeloos verliefde jongen.
"Véél méér nog zelfs."
"Zò véél méér?"
"Ja."
"Het is dus wel hopeloos voor mij?"
"Jazeker, want wij gaan er beslist mee door."


_____

14.7.13

De reiziger

Vaak worden dingen zò gesteld.
Als om iets af te dwingen.
Maar dan zeg ik eenvoudig:
"Ik ben maar een reiziger."
Moet je dan hun gezichten zien!


_____

13.7.13

De messenwerper



Bij ons in de straat kennen ze mij als de messenwerper. Elk voor zich kan dat desgevraagd ook staven. Door vertoon van een litteken, een gehavend raamkozijn, een foto van een achter in de tuin ten grave gedragen huisdier. Steevast hoort bij zulk een memento een verhaal dat men u ook gaarne zal vertellen. Dat was vroeger wel anders natuurlijk, toen alles nog ongeschonden was. Maar toen was ik ook nog geen messenwerper. Mij er zelfs niet van bewust dat ik dat in mij had en het ooit daadwerkelijk zou worden.
U bevraagt zich natuurlijk waarom ik u dit vertel? Daar kan ik inkomen, want het is niet alledaags, samenhorigheid onder buren.


_____

12.7.13

De essentie van de werkelijkheid en hoe er mee om te gaan



Er leefde ooit een man die de essentie van de werkelijkheid wilde vatten maar steeds tot de conclusie kwam dat hij niet goed genoeg had toegekeken zodat er altijd iets was dat hij blijkbaar niet begreep!
Hij reisde heel de wereld rond en overal verbaasde het hem telkens opnieuw hoe onwerkelijk de werkelijkheid schijnbaar of echt was.
"Wacht maar!" dacht hij, "ik moet het helemaal anders aanpakken, en met zijn erfenis bouwde hij (of liet hij dat doen) tientallen instrumenten om de werkelijkheid haarscherp in beeld te brengen en ze te meten, zo mogelijk in 'real time'.
"Nou nou," zeiden de mensen achter zijn rug, want zo gaat dat in de werkelijkheid, "die is goed bezig," terwijl zij tegelijkertijd met hun wijsvinger tegen hun voorhoofd tikten, "die leeft echt niet in de werkelijkheid!"
Stilaan begon men hem te mijden, of toch anders tegen hem te doen. Wat voor onze hoofdfiguur alweer een totaal nieuwe werkelijkheid was, die hij met nieuwsgierigheid tegemoet trad en die hij zelfs probeerde te beheersen door zich extra vriendelijk en behulpzaam op te stellen.
Voor mensen die hem amper kenden en voor hen die hem daarentegen héél goed kenden kwam dit dan weer heel onwerkelijk over. U kent dat wel, dat soort werkelijkheid.
Door deze gang van zaken voelde onze man zich allengs minder en minder begrepen, al noteerde hij in zijn schrift, dit was een vaste gewoonte van hem geworden, dat dit hoogstwaarschijnlijk alweer een andere werkelijkheid was. Wat geen foute conclusie is, op zich. (Alweer een waar hij zich aan aanpassen moest natuurlijk, dat wel.)
En zo ondervond hij, met wat hij ook deed, dat er telkens weer andere werkelijkheden op hem afkwamen. Het bleef maar duren in feite! Steeds maar weer werkelijkheden waarvan hij de essentie moest zien te vatten.
Het is op die manier zijn dat hij voor ons, zijn omgeving, steeds onwerkelijker werd. Zo onwerkelijk dat het werkelijk niet essentieel meer lijkt voor ons wat nu de essentie van de werkelijkheid is zoals hij die zocht. Want ja, in den beginne stelden wij ons natuurlijk ook vragen, maar wij zijn daar in tegenstelling tot hem niet op doorgegaan, wij hadden werkelijk wel wat anders te doen.


_____

11.7.13

De nog niet in kaart gebrachte rivier



Uiteindelijk verweet ik mijn vrouw dat haar gedrag op korte tijd toch wel sterk was veranderd, maar toen zij mij uitlegde dat zij er via allerlei berekeningen en heuristisch onderzoek van oude reisverslagen haast zeker van was dat er zich in ons land een nog niet in kaart gebrachte rivier moest bevinden begreep ik dat al die onverklaarde afwezigheden en de zwijgzame of bitse buien aan de zware intellectuele inspanningen van dat onderzoek te wijten waren.
"Bovendien vertrek ik morgen op expeditie om na te gaan of mijn theorie klopt," kondigde zij meteen aan, "en als die klopt, waar ik haast zeker van ben, dan noem ik hem naar jou!" beloofde zij ook nog.
Dat ontroerde mij enorm en `s anderendaags ben ik haar blijven nakijken tot zij met haar zak en met haar beste kleren en al haar juwelen aan aan het eind van de straat de hoek omsloeg. Wat mij even deed vrezen of zij zulk een expeditie niet wat te licht opvat. Had zij wel aan dragers gedacht? Echt ervaring met dat soort dingen had zij toch niet.


_____

10.7.13

De dans



wie zich aan zichzelve overgeeft
en met zijn schaduw danst
laat zijn schaduw leiden
of wat had u dan gedacht?


_____

9.7.13

De werkelijkheid vangen

Iemand kwam ineens naar binnen gelopen met een bokaal en zette die midden op de tafel. Een ander bekeek even wijfelend het etiket, en stapte er daarna meteen, stralend glimlachend, in.
Wat raar dacht ik, de een komt naar binnen gelopen met de eerste de beste bokaal en de ander kruipt daar zo maar in. Mijn gedachtengang werd toen echter onderbroken omdat degene die de bokaal had meegebracht hem hermetisch kwam afsluiten om daarna iets bij op het etiket te schrijven.
Ik begreep hoe hier een werkelijkheid werd gevangen.


_____

8.7.13

Het krabbende meisje

Een jonge man, van wie de ouders zich zorgen maakten over het feit of hij wel ooit zou trouwen ( en wat dàn met hun winkeltje van naaigarens?) kwam op een dag thuis met een meisje.
"Pas op, ze krabt je de ogen uit!" waarschuwde hij, en hij was nog niet uitgesproken of zij pa, voor wie het a heel lang gelden was dat hij nog eens een jong meisje van dichtbij had bekeken, kreeg een verschrikkelijke jaap in zijn gezicht. Een wonde die nog weken zou zweren.
"Godverdomme," vloekte hij, "wat kun je daarmee nu aanvangen?"
"Dat los ik wel op," antwoordde de zoon, hoogstwaarschijnlijk omdat hij andere kwaliteiten in haar zag.
"Dan is het goed," antwoordden zijn ouders eenstemmig, want als het er op aankwam hadden zij het vlste vertrouwen in hun zoon.
Het spreekt vanzelf dat het krabbende meisje eigenlijk een prinses was, die bij het horen van deze woorden van het oude paar onmiddellijk haar vader belde, waarop de volgende ochtend het hele gezin in een gouden koets naar het paleis verhuisde en er een onvergetelijke bruiloft van kwam.
Het jonge paar leefde daarna gelukkig nog heel lang, al werd bij de moeder nog geen jaar later een slepende ziekte vastgesteld, zonder dat de dokters konden vertellen wat er nu precies gesleept werd. Maar zulks komt in veel families voor.


_____

6.7.13

Het etiket



Er was eens een man die in een bokaal leefde. Hij leefde daar samen met zijn vrouw en kinderen. Bokaalman en zijn gezin wisten niet beter of de bokaal was er om hen te beschermen.
Maar bokaalman op een dag omhoog keek merkte hij een paar ogen op dat hem van buiten de bokaal aanstaarde! Met één klap veranderde zijn kijk op het leven en werken in de bokaal en hoe het nu verder moest met de toekomst van zijn kinderen.
Die avond vertelde hij zijn vrouw meteen over wat hij had gezien en de zorgen die hij zich ineens maakte.
"Ach man, pieker toch niet zo," antwoordde die, want zo'n karakter had hij wel, "Wij doen toch alles volgens het etiket?! Dat is het enige wat we moeten doen, ons daar naar schikken en dan blijft alles goed toch?"
"Etiket? Welk etiket?"
"Het etiket op onze bokaal dommerd!"
"Maar dat kunnen wij van hieruit helemaal niet lezen, hoe kunnen wij pretenderen te weten wat daar op staat? Trouwens, hoe komt dat etiket daar?"
"Ja, dat weet ik ook niet. Waarschijnlijk door diegene die ons in deze bokaal heeft gestopt. Maar we wonen hier al generaties heel gezellig, dat zal dus wel kloppen met het etiket toch?"
Op die manier kreeg hun gesprek filosofische dimensies die de man nog veel enger vond dan het paar ogen dat hem die middag had aangestaard. Hij voelde de drang om kost wat kost te weten te komen wat er op het etiket stond en wie dat daar had opgeplakt nu steeds sterker worden, en dat was nog maar het begin, zo vermoedde hij ergens heel diep in zichzelf.

"Wat krijgen we nu!?" dacht ineens de man van wie het paar ogen zo af en toe eens in zijn bokalen keek, en werktuiglijk las hij nog eens na of het etiket wel klopte.


_____

5.7.13

God en de schepping

God, het zit trouwens in zijn naam, is een goddelijk wezen met de daaraan inherente goddelijke kenmerken. Hij geeft ons de krachten en de inzichten die ons in staat stellen om op perfecte wijze met elkaar samen te leven: autosnelwegen, onderwaterstromingen, dierentuinen, meertaligheid, verschillende zwemstijlen, toepassingen voor bakeliet, zonnebrandolie, … noem maar op.
Vaak zijn wij geneigd te denken dat hij daarvoor wat terug verwacht. De perfecte belevenis van seksualiteit bijvoorbeeld. Of absolute eerlijkheid in zaken… Maar dat is niet zo. Hij verwacht niets van ons. Indien dat wèl zo zou zijn dan zou ons leven en wijzelf er wel heel anders uitzien.
Nu, sinds hij zijn zaken helemaal aan ons heeft overgelaten, is niet duidelijk meer waar hij uithangt en is het dus moeilijk om hem daarover aan te spreken.
God is bovendien ook heel zwijgzaam geworden in de loop der jaren. Misschien is hij de impact van zijn woorden gaan beseffen? Ik durf er iets op verwedden dat wanneer je hem voorbij loopt in de stad, vandaag of morgen, hij zich zo onzichtbaar mogelijk maakt. Om het door ons bereikte precaire evenwicht niet te verstoren waarschijnlijk. Hij weet beter dan wie ook hoe je met een schepping om gaat natuurlijk.


_____

4.7.13

Originele ideeën

Een man die last had van een overvloed aan originele ideeën ging naar de dokter.
"Bent u getrouwd?" vroeg de vertrouwensman, die zich erg interesseerde voor zulke dingen.
"Neen," antwoordde onze man die ineens besefte dat hij nu patiënt was.
"Dan zou ik daar maar dringend werk van maken!"
Zo kwam het, weliswaar vele jaren later, toch nog goed met onze man. En indien niet, dan hield hij het goed verborgen!


_____

Het beter recept

U gelooft het waarschijnlijk niet, maar de kans dat iemand zich bij u ten huize aandient met een beter recept word met de dag reëler.
Hij zal zich aandienen aan de voordeur, maar desnoods binnenkruipen door het venster. Hij zal zich desnoods zelfs bedienen van uw kinderen!
Eenmaal in ùw keuken zal hij ùw ingrediënten gebruiken voor zijn recept, daar kun je gif op nemen, terwijl ook snel zal blijken dat hij de grootste schrokker is. Het is per slot van rekening zijn recept!
Zo is het al menig keer gegaan.
Maar zoals ik al zei, u gelooft dit waarschijnlijk niet.
Toch zeg ik: "Smakelijk!".


_____

3.7.13

Het laatste woord



"Schat, krijg ik nu ook eens het laatste woord?"
"Dan bedoel je dat dit het voorlaatste is?"
"Ja."
"OK!"
"Fijn."
"Dacht je dat ik je dat niet gun soms?"
"Tja… neen… ik weet niet…"
"Tuurlijk wel."
"Dank je."
"Graag gedaan."


_____

2.7.13

Jazz



En dan, ongevraagd, wilde Jean ineens uitleggen waarom hij dacht dat jazz aan een revival toe was. Dat had ik helemaal niet zien aankomen.


_____

1.7.13

Oorvijg



Ik ben iets te weten gekomen.
Wat ik te weten gekomen ben is dat iedereen wel een oorvijg verdient. Als je diep genoeg vraagt kom je er wel achter waarom. Het is altijd wel wat sleuren en trekken en het eens worden over wat al dan niet rechtvaardig is, maar dan ineens wordt het duidelijk:
"Ja, misschien verdien ik wel een oorvijg!" klinkt het dan fluisterend.
Bied op dat moment a.u.b. niet aan om er een toe te dienen. Zo eenvoudig zijn de dingen nu ook weer niet.


_____