31.10.12

Ik ben voorzichtig

Ik ben er absoluut zeker van dat ik puur op wilskracht keien kan doen zweven. Elke dag leg ik mij daar op toe en ontwikkel ik experimenten. Voorlopig zeg ik niemand iets, laat staan dat ik iemand zou uitnodigen, want ik ben namelijk ook een voorzichtig mens. Als het zover is zal de verrassing des te groter zijn.

30.10.12

Mensen die geen Nee kunnen zeggen


Er was ook een man die aanbelde op n°19 met de vraag of hij daar mocht sterven. Wat hem werd geweigerd. Vervolgens belde hij aan op N°21, N°23 zo tot N°27 waar hij steeds hetzelfde antwoord kreeg. Ik was wel niet in staat de rest van de geschiedenis te volgen omdat N°29 achter een bocht ligt, maar ik ga er van uit dat hij wel ergens geluk zal hebben gehad. Je hebt altijd mensen die geen Nee kunnen zeggen.


_____

29.10.12

Indachtig

Op een bepaald moment, als gevolg van mijn levensloop, ben ik simpelweg indachtig geworden. Daar zal ik wel aanleg voor gehad hebben denk ik. De meesten van mijn vrienden is het vooralsnog niet overkomen. Die leven er maar op los alsof het niets is. Totaal geen indachtigheid bij hen! Niet dat ik hen dat verwijt. Maar ik ben het wel indachtig, dat begrijpt ù wel.

Na verloop van tijd ben ik mijn indachtigheid ook gaan relativeren en ik zie wel in dat het niet zo veel uitmaakt. Dat is zowat het belangrijkste dat ik de laatste tijd indachtig ben eigenlijk.

Maar voor mijn vrienden is het misschien allemaal niet zo duidelijk, hoe het zit met mij en mijn indachtigheid.


_____

28.10.12

Pas op!



U hoort mij niet te horen
U hoort mij niet te zien
U hoort dit zelfs niet te lezen
Hoort u mij nog?




_____

27.10.12

De Zwarte Uil en zijn Inzicht Verschaffende Excrementen



Er was weer eens een man die alles had om gelukkig te zijn maar die van zichzelf dacht dat hij het toch niet helemaal was. Alleen wist hij niet om welke reden dan wel. Zulke mannen bestaan echt.

Overal, maar vooral bij wie nog het geduld had om zijn geleuter te aanhoren, bleef hij maar lamenteren over zijn sombere lot, en hoe hij "er maar niet uit raakte!"

Op die manier liep hij in steeds groter wordende cirkels de wereld rond, tot hij op een dag een heks ontmoette die op alles een antwoord had en, indien niet, wel wist bij wie of wat je dan wel terecht kan. Vooral voor dat laatste was zij weid en zijd bekend.

"Ja jongen," schudde zij met haar blonde hoofd, "daarvoor kan je alleen te rade bij de Zwarte Uil en zijn Inzicht Verschaffende Excrementen."

"De Zwarte Uil en zijn Inzicht Verschaffende Excrementen?" herhaalde onze (on)gelukkige man, amper in staat om te geloven dat de oplossing nu nabij was.

"Ja, je treft hem noordwaarts op precies 50 dagreizen van hier."

Zonder op een correcte manier afscheid te nemen zette onze man er fluks de pas in en ja hoor, na precies 50 dagreizen stond hij pal onder een enorme boom met boven in de kruin een duistere schaduw die ongetwijfeld de Zwarte Uil moest zijn.

"O Zwarte Uil," declameerde hij plechtig, help mij a.u.b. uit mijn existentiële crisis en geef mij de uitleg, of op zijn minst een duidelijke aanwijzing waaruit ik opmaken kan waarom ik met al mijn meeval in het leven toch redenen heb om ongelukkig te zijn."

Heel lang bleef het stil boven in de boom. Maar net toen onze man begon te vrezen dat hij weer om niet gereisd had weerklonk er ineens een zacht aanzwellend gekreun vanuit het gebladerte en kwamen er ineens, vlak voor zijn voeten, drie pekzwarte uilenkeutels neergevallen. Verrast, maar deze keer met veel meer eerbied dan hij voor de heks had gehad, raapte hij de keutels op en stak ze in een oud sigarenkistje, waarna hij weer op pad ging.

Niemand weet precies waarom - suggesties zijn dus welkom - maar met elke pas die hij verder zette leek het of het nut en de noodzaak van zijn zoektocht minder en minder zwaar ging wegen, en toen hij na een kwartiertje, misschien zelfs minder, aan de rand van het bos stond, begreep hij dat hij eigenlijk beter weer naar huis zou gaan in plaats van zijn heil te zoeken bij wildvreemde mensen en dieren waarvan de intenties hem toch ook niet duidelijk waren. Dat bleek veel vlugger gedaan dan gezegd, want het daagde hem dat hij in feite pal voor zijn voordeur stond.

Thuis had men zijn lange afwezigheid zelfs niet eens opgemerkt.

"Ben je nu al terug?" vroeg zijn vrouw.

"Ja, zo belangrijk was het nu ook weer niet."




_____

26.10.12

De koningin die op de zebra stond



Er was eens een prinsesje dat van jongs af aan werd opgeleid om uit te groeien tot de koningin in het sprookje van "De koningin die op de zebra stond."

Maar toen zij op een onheuglijke dag een stamp kreeg van dat exotisch beest en zich daarom maar ging toeleggen op het verwerven van kennis over huiselijke taken mocht zij alsnog opdraven in een ander sprookje dat heden ten dage evenwel niet veel kinderen nog interesseert.

25.10.12

De onvolmaakte tuinmannen



Zich terdege bewust van hun vele tekortkomingen, gaven de onvolmaakte tuinmannen zich geregeld over aan pijnlijke vormen van sonore boetedoening.

23.10.12



Het was weer een huis dat zij zich niet konden veroorloven, maar zij waren nog jong en genoten van nog andere dingen.

De ontsnapte vader



Hijzelf mocht dan al lang geleden zijn ontsnapt, moeder zorgde er voor dat vader's geest nog jaren in huis zou blijven rondhangen! 

21.10.12

Het verstikkende van het kubisme


"Ik vond mij echt wel wat gevangen in het verstikkende van het kubisme en besloot dan maar terug te keren naar de bron," verklaarde de jonge kunstenaar na een poging tot nadenken.

20.10.12

De man op het plein



Er was eens een man die dacht dat hij alles kon zien vanuit zijn raam. Jarenlang keek hij van daar uit op de wereld en vormde zich een mening. Tot hij op een dag vermoedde dat hij misschien niet àlles zag vanuit zijn kamertje achter het venster. Die dag haastte hij zich voor het eerst in jaren naar buiten op het plein voor zijn huis om van daaruit naar de wereld te kijken. Het eerste wat hem benieuwde was hoe de wereld hèm in al die jaren had gezien. Bleek dat zijn kamertje van op de plaats op het plein waar hij nu stond helemaal niet te zien was.

19.10.12

Over hij die de krant hier leest



Omdat hij de enige van ons is die veren heeft
mag hij altijd als eerste de krant lezen,
wat niet wil zeggen dat wij zijn mening appreciëren,
want hij mag dan wel veren hebben,
dat zijn nog lang geen vleugels.

Opgedragen aan mijn vele bazen

Fierheid



Fierheid,
was toendertijd geen woord op een vlag
die door vliegtuigjes door de lucht werd gesleept.
Vreemd,
als je daar nu over nadenkt,
het had ook toen tot nadenken kunnen zetten.

Onsympathiek

"Maar op basis waarvan kunnen wij ons dan het recht toeëigenen om hem dood te slaan?"
"Als we hem nu eens onsympathiek verklaren?"
"Onsympathiek? Ja, dàt is het!."
En zo vonden zij een oplossing die hun doeleinden rechtvaardigde.

18.10.12

Anders gaan denken naar aanleiding van een familiefeest

Stel je voor dat de reus je, net wanneer je fris gewassen en gespoeld uit bad stapt, uit je huis peutert en je samen met nog een paar andere onfortuinlijken, die ook niet meteen zullen begrijpen wat er aan de hand is, op zijn bord gooit, tussen verse reuzensla met olie en azijn en nog wat ingrediënten die je niet meteen herkent, om je ter gelegenheid van een familiefeest, want je bent een delicatesse, rauw met een bot mes en een botte vork vaneen te snijden en met smaak op te eten.

Als je je dat kunt voorstellen dan kan je je natuurlijk ook voorstellen dat ik vrijwillig en zonder bijkomende voorwaarden jouw plaats inneem (terwijl jij je schielijk achter zijn bierpul verbergt). Ik durf te hopen dat als ik daartoe ooit nog de kans krijg dat je dan waarschijnlijk héél anders over mij zal denken.

17.10.12

Van de blazers die het roerend eens waren



Door een speling van het lot leerden de man die een bekende aftocht blies en de man die een bekende tocht afblies elkaar kennen. Niettegenstaande zij (weliswaar om andere redenen) beiden blazers waren evenwel, hadden zij voor de rest vrijwel niets met elkaar gemeen en in hun gesprekken vielen dan ook vaak lange stiltes waar te nemen. Maar over het feit dat zij beiden blazen konden waren zij het roerend eens!

16.10.12

Het bedwingen van de waarheid



Er was ons geleerd dat wij de waarheid moesten bedwingen met een zweep, of op zijn minst hardhandig. Gewapend met zwepen gingen wij dan ook dikwijls op pad. Daar was eens iemand bij die zichzelf nog moest leren kennen.
"Neen," zei hij ineens, "Ik doe het niet."
"Hoezo, je doet het niet?" antwoordde ik verbaasd, hoewel ik misschien beter had gezwegen, "Net nu wij je zullen leren dat de waarheid niet overal tegelijk is, of indien wel, dat jij dat niet bent en dat wij je hier de kans bieden om te leren hoe je haar bedwingt!"
"Neen, het is te gevaarlijk voor iemand zoals ik, en het moet ook anders kunnen, ik doe het niet."
Hij liet ons ter plekke alleen zodat wij de waarheid maar onder ons moesten bedwingen.

Ik heb veel respect voor mensen als hij. Het is niet iedereen gegeven om de waarheid na te jagen en te bedwingen natuurlijk. Maar ik hoop voor hem dat wanneer de waarheid zich bij hem aandient, het de juiste voor hem zal zijn. Ik zie niet in hoe je als onervarene een andere bedwingt.

15.10.12

De slechte saxofoniste



Er was eens een man die 's nachts bleek te veranderen in een saxofoon, zodat zijn vrouw op hem kon blazen.
Nu was zijn vrouw niet de meest getalenteerde saxofoniste zodat hij allengs ook voor andere vrouwen in saxofoon veranderde, in de hoop ooit eens op een nieuwe soort van Dexter Gordon te vallen en daarmee naar zijn inziens supergelukkig te worden.
Dit had wel allemaal tot gevolg dat hij er nooit toe kwam om zijn vrouw eens live In My Solitude te horen zingen en haar overal bleef afdoen als een slechte saxofoniste.

13.10.12

Rudy




Er was eens een zeemeerman die hier is komen wonen omdat hij rusteloos was van natuur. Hij heette Rudy. Zo hadden zijn ouders hem genoemd en het is een naam die hier ook gangbaar is.
Op een dag werd Rudy verliefd op Lydia, een eenvoudige vrouw die er alleen voor stond in het leven, maar Rudy wist dat wanneer hij hieraan zou toegeven, beiden zouden sterven, want zo gaat dat met zeemeermannen die buiten hun soort verliefd worden. Niet alleen sterven zij, ook de persoon met wie zij die liefde delen blijkt dan dood te gaan.
Dat is waarom Rudy terug is gegaan naar de zee. Daar zal hij ook wel sterven, maar op een andere manier. Veel ernstiger.





Met bijzondere dank aan Ferdinance.Crane voor het mogen gebruiken van de illustratie.

12.10.12

Gewoon gewoon




Nu is gebleken dat hij maar gewoon is en niet volmaakt, want hij heeft iets gedaan wat zoveel mannen doen. En een hoop dingen ook niet. Helemaal niets bijzonder en ook niet iets waar we dus veel woorden aan vuil moeten maken. 
Maar op een of andere manier heeft men hem dus veel bijzonderder ingeschat dan hij menselijkerwijs kon zijn. Misschien wel haast edel! 
En dan is hij nu maar doodgewoon gebleken. 
Je zou kunnen argumenteren  dat hij dat in de hand heeft gewerkt en dat men het hem dan  ook dubbel en dwars mag verwijten. Ja, daar valt niets tegen in te brengen. Het lijkt zelfs logisch.
En hij is uiteraard helemaal niet bijzonder! Integendeel, hij is gewoon. Gewoon gewoon zelfs.

11.10.12

De coulissen



In de coulissen staat iemand te wachten tot hij/zij de kans krijgt om mij om de oren te slaan met diepmenselijke waarheden. De coulissen voelen zich daar niet goed bij, zij zijn niet graag getuige van pijnlijke confrontaties. 
De coulissen, die vroeger uit totaal ander hout waren gesneden, zien er niet naar uit dat zij de nakende confrontatie in goede banen zullen weten te leiden, daar waar zij vroeger pal stonden wat diepmenselijke waarheden betreft.
Maar nu en in de voorziene toekomst staan de coulissen er eerder bloot en onmachtig bij en het lijkt er sterk op dat zij liever in een ander toneelstuk een rol zouden gaan spelen.
Ondertussen staat in de coulissen natuurlijk nog altijd iemand te wachten tot hij/zij de kans krijgt mij om de oren te slaan met diepmenselijke waarheden. Dat lijkt nog een kwestie van tijd.

10.10.12

Aanpassing aan reële noden




Ik ben in contact geraakt met een weldoener. Hij nodigde mij uit bij zich thuis waar wij het in alle rust hadden over hoe hij het beste wel kon doen voor mij, want die richting ging ons gesprek al snel uit.
Het gemakkelijkste leek mij dat hij geregeld geld zou opsturen en dat ik er hem van mijn kant van op de hoogte zou houden hoe wèl hij wel deed en of er eventueel bijsturing nodig was.
De eerste weken ontving ik heel stipt de afgesproken bedragen van € 40, wat een heel leuke aanvulling was op mijn besteedbaar budget. Maar na verloop van tijd werd mij duidelijk dat ik daarmee wel goed, maar niet echt wèl af was. Dat meldde ik mijn weldoener dan ook zonder dralen, waarna ik prompt bedragen begon te ontvangen van € 75, wat op zich weer een poosje volstond.
Op die manier verfijnden wij een paar keer onze afspraak en raakte ik inderdaad steeds wat beter af.
Gisteren heb ik hem gemaild dat wekelijkse bedragen van € 1125 veel beter mijn reële noden reflecteren aangezien ieder normaal mens zijn levensstijl aanpast aan zijn inkomen, ook wanneer dit groeit. Er ontstaan ook altijd wel weer nieuwe aspiraties.
Tegen dit argument bracht hij niets in (hij zal dit fenomeen ook wel kennen, want ik ga er van uit dat ik niet de enige ben voor wie hij wel doet). Bovendien zal het hem nu toch ook wel zijn gaan dagen dat ik iemand ben die over mijn situatie grondig nadenkt en dat ik onze relatie dus niet zomaar als iets gratuit beschouw. Integendeel, ik zie mogelijkheden om haar voor lange termijn te bestendigen.
 
 

6.10.12

Van de onwelvoeglijke Kristoffels die nog niet konden liegen



Ik zag de onwelvoeglijke Kristoffels
al van verre komen.
Olijk zongen zij een lied,
maar plots toen zij mij kijken zagen,
schuddebuikten zij van groot plezier
en kwamen haastig aangelopen,
want zij hadden mij daar toch een koddig plan!
En toen wij elkaar parmantig groetten,
klonk éénparig uit hun mond:
"Arthur en Aston, dàt is onze naam!"
Maar zij schoten tevens
in een onbedaarlijk luide lach,
want zij konden niet verstoppen
hoe klaar toch deze leugen was,
aangezien hun beider naam Kristoffel was!

5.10.12

Sprookje dat eindigt op "Er was eens..."

Ik had ineens een sprookjespen.
Zo-een waaruit alleen sprookjes komen.
Maar ineens besefte ik ook dat ik geen papier had en dat ik er dus niets mee kon!
Gelukkig liep er op dat moment, ook alweer ineens, iemand langs, die ik aanspreken kon:
"Ik heb een sprookjespen maar geen papier!?"
"Dat treft, ik heb er altijd bij me, voor het geval iemand er nodig zou hebben. Hier, u krijgt een volle riem."
"Een vòlle riem!"
riep ik bijna uit, maar dat zou verwachtingen hebben gecreëerd die ik waarschijnlijk nooit kan inlossen,
"Dank je wel!"
Maar, wat een ramp!
Was ik te traag of te enthousiast?
In elk geval liet ik de riem uit mijn handen vallen in een put zo diep dat ik er met mijn armen niet meer bij kon.
Een enorm diepe put was het.
Zonder ook maar één seconde na te denken echter daalde ik er in af, goed oplettend dat mijn sprookjespen niet uit mijn borstzakje zou vallen natuurlijk, want dat overkomt mij wel eens met andere pennen.
Hoe dieper ik kwam hoe sprookjesachtiger het er werd.
Eerst passeerde ik al de bekende sprookjes, maar hoe verder ik verwijderd geraakte van de oppervlakte hoe onbekender en mooier en zinniger de sprookjes werden.
Ik probeerde ze allemaal te onthouden.
Dat lukte mij wonderwel!
Het was echt een héél bijzondere put waarin ik toevalligerwijze afdaalde, dat staat vast!
Uiteindelijk stond ik helemaal beneden in een voortreffelijk verlicht vertrek, voorzien van een comfortabele schrijftafel waaraan ik het onmiddellijk naar mijn zin had.
Ik schroefde het dopje van mijn sprookjespen, nam wat papier uit de riem en begon onmiddellijk op te schrijven.
Daar ben ik in feite nog steeds mee bezig.
Maar dat zal u, die mee tot hier is afgedaald niet zijn ontgaan!

Er was eens...

4.10.12

Pentatonisch



Destijds had niemand door wat er aan de hand was en nu is het proces nog moeilijk om te keren. Door doelbewust gefaseerde aanpassing van de humor naar minder hogere frequenties via radio- en televisiekanalen bleek de bevolking van het staatje B. na verloop van tijd nog slechts in staat tot pentatonisch lachen. Zelf zitten zij daar niet zo mee, het past wonderwel in de hen door hun leiders aangemeten sérieux, maar in de buurlanden gaat het door voor gekrijs.

2.10.12

Getalsterk

"Ik wilde eigenlijk meer weten over getalsterkte want ik had ooit een vriendin die…"
"Ja, wat die vriendin van u betreft…"
"Mijn vriendin, wat wil u daar over weten?"
"Die was toch veel getalsterker dan jij! Toch?"
"Vele malen ja, dat klopt."
"En toch ging dat goed tussen jullie?"
"Ja hoor."
"Vreemd toch?"
"Maar ze kon dan ook goed hoofdrekenen!"
"Ja, dat hadden wij allemaal wel door."
"O ja? Ik dacht altijd dat dat iets tussen haar en mij was."
"Dat was het ook hoofdzakelijk, maar soms rekende zij deze of gene toch ook wel eens iets voor. Zij was zo getalsterk dat zij dat nodig had. Jij had dat niet zo hevig."
"Ja, zij was wel bijzonder."
"Maar uiteindelijk zo getalsterk hé. Tè, waarschijnlijk.

1.10.12

Toelichting van een sprookjesfiguur



Ze zijn nogal in hun sas met het sprookje dat ik heb geschreven. Ik kan mij gewoon niet voorstellen hoè blij! Dat hebben er een paar mij toevertrouwd. Het staat nochtans vol baarlijke verzinsels over dommeriken die rijstepap lusten, verzonnen toverspreuken, goede koningen met slechte raadgevers, een onverzadigbare vrouw in een kasteel, een ingemetselde knecht en nog een paar van die fenomenen waar men altijd wel mee wegkomt in een sprookje.

Ik heb het geschreven opdat zij mij eindelijk met rust zouden laten. Zelfs mijn vrouw en kinderen werden er in betrokken. Maar ik voel mij er wel een leugenaar bij, zoals de leugenaar in het sprookje, omdat er echt niets van klopt. En dat terwijl ik zo hard mijn best doe in het sprookje van alledag! Dat waarschijnlijk even noodlottig zal aflopen en waarover veel meer te verklaren valt.