30.6.12

De lingeriejagers



Voor een ongeoefende valt er niet zo veel te beleven in mijn tuin, vooral niet meer sinds mijn vrouw het beheer ervan op zich heeft genomen. Ik kwam er dan ook nog maar zelden.
Tot ik voor enkele weken 's nachts stemmen hoorde (wij slapen met ons raam open):
"Hier is ideaal!"
Benieuwd naar wat er zo ideaal kon zijn in onze tuin stond ik op en ging poolshoogte nemen. Mijn vrouw sliep als een steen.
Ik zag twee scouts met een verrekijker en een schepnet boven op het dak van ons tuinhuis de omgeving afspeuren.
"Wat doen jullie daar?" vroeg ik verbaasd.
"Shhtt...Wij zijn lingeriejagers!" was het gefluisterde antwoord.
"'s Nachts? Boven op mijn tuinhuis?"
"Van hier heb je er het beste zicht op," en zij gebaarden naar de tuinen in de omgeving (allemaal van jonge gezinnen met veel wasgoed), en naar het slaapkamerraam van juffrouw M., met haar vele wisselende mannen.
"Echt waar?" vroeg ik benieuwd omdat ik nog niet grondig nagedacht had over mijn tuin als jagersbiotoop.
Zij knikten, maar waren alweer geconcentreerd aan het speuren. Het moest inderdaad de moeite zijn, want zo makkelijk kom je niet boven op mijn tuinhuis.
Ik klom er bij en ging naast hen staan. Aanvankelijk kon ik niets ontwaren, het vergt inderdaad een bijzonder oog, tot bij juffrouw M. het licht aanging. Makkelijker kon niet, wat een meeval voor een eerste keer!
Wij spraken af dat zij voortaan regelmatig mochten komen en dat ik voor drank en warme dekens zou zorgen.
Zo werd ik al gauw een geoefend lingeriejager.

29.6.12

Sprookjes in totaal andere landschappen



In een van de meer vreemde sprookjes
kwam het voor dat boze mensen goede mensen veel pijn deden.
Maar uiteindelijk eindigde het er mee dat de goede mensen
in nu totaal andere landschappen
zelf een kuil mochten graven waarin zij hun laatste rust vonden
terwijl er monumenten kwamen om hen nooit te vergeten.
En de meeste boze mensen leefden nog lang en gelukkig!

28.6.12

Het beloofde land



Aan de armzalige kleding en de schrale begroeiing voor zover het oog kon reiken te zien werd het snel duidelijk dat het een gemakkelijke belofte was geweest. Wij kwamen dus ook heel snel tot een gedragen consensus:
"Neen, hier blijven we voor geen geld!"
En zonder veel omhaal zijn wij op onze schreden teruggekeerd.

27.6.12

Over zich verbergen

"Wie niet ontdekt wil worden…" zo begon de wijze, "… kan zich beter niet verbergen," vulde de leerling vòòr zijn beurt aan, "want het is in het verborgene waar het eerst wordt gezocht!" meende hij te moeten verantwoorden.
Zo begon de allereerste les over het zich verbergen.
De beste leerlingen begrepen ook meteen de tweede les.

Aarden kommen



Het was ook daar dat men het huwelijk omschreef als een breekbare aarden kom die het water vorm geeft en hoe men dus èn voor de kom èn voor het water eerbied hoort te hebben. Zij beschikten over kommen in alle soorten!

26.6.12

Schaamrood



De ontdekking van de kleine volksstam die het schaamrood aanbidt stelt ons westerlingen voor een groot raadsel. Niet alleen schamen zij zich voor dingen waarvoor wij ons al lang niet meer schamen. Ook slagen zij er in zich blijvend te schamen!
Daarachter zou wel eens het bewijs voor de nefaste invloed van een diep (dieper dan dat van ons zo op het eerste zicht) religieus bevinden op de ontwikkeling kunnen schuilen meenden de enen, terwijl de anderen er eerder een maatstaf voor het beschavingspeil meenden in te kunnen ontwaren. Zonder in discussie te gaan over wat beschaving is uiteraard. Daar houdt men zich op de vlakte!

25.6.12

De mate van onthechting



Heel erg lang geleden hadden de zee en de hemel het met elkaar over onthechting of toch over wat zij daaronder begrepen, want dat is helemaal niet wat wij daaronder begrijpen.
Wederzijds maanden zij elkaar aan het overtollige los te laten en zich te richten op de kern van hun bestaan, op hun wezenlijke taak. Zij waren het hierover eigenlijk roerend eens. Wat hun praktische taak en de invulling daarvan betrof mochten zij dan in elk opzicht van elkaar verschillen en zelfs aan elkaar tegengesteld zijn, gemeenschappelijk hadden zij dat zij de mens aanzetten tot dromen. Alleen konden zij elkaar niet precies leren hoe dat precies zat. En hoeveel onthechting zij zich dus konden veroorloven.

23.6.12

Taferelen



Sinds jaar en dag kan men zich afvragen wat er mis is met het uitbeelden van taferelen, terwijl het in feite onvermijdbaar is. Net zoals verliefd worden overkomt het de meesten.
Zo liep ik eens door de tuin van mijn vader en besefte ineens dat ik, zij het onbewust tot dan toe, misschien wel een tafereel aan het uitbeelden was. Waarbij mij ineens de gedachte besloop dat ik toch niet mocht overdrijven. Door op mijn handen te gaan staan bijvoorbeeld! Sommige taferelen worden namelijk potsierlijk indien ze worden uitgevoerd door niet geheel daartoe bekwamen.
Anderzijds was ik er mij van bewust dat het ook niet te minimaal mocht zijn, of ik zou de tuin nooit meer uit geraken. En dan kreeg je weer een heel ander tafereel.
Neen, ik durf nu wel te besluiten dat er helemaal niks mis is met het natuurlijk omgaan met en uitbeelden van taferelen. En dat het veel overeenkomsten heeft met verliefd zijn. Jazeker.

22.6.12

Wegkomen



Er was hier ooit een man die een bijzondere ladder kocht om van zijn vrouw weg te geraken.
Zijn ladder, in tegenstelling tot de modellen in de illustratie (!), kon maar één keer gebruikt worden.
Hij had dus maar één kans.
Dus, precies op de aangewezen dag, bij helder weer, liep hij naar buiten, zette de ladder rechtop en begon te klimmen.
Hij is hier later nooit meer gesignaleerd.
Natuurlijk is dit wel een zeer uitzonderlijke manier voor een man om van zijn vrouw weg te geraken!

21.6.12

Het andere been

Laat ik u nu eindelijk verhalen over het been dat verdween met achterlating van een oud vrouwtje dat zich daarna op slechts één been - het andere - uit de slag moest trekken.
Het andere been alweer, dat zich jaren het mindere had geweten omdat het steeds moest bijtrekken, minder goed kon afstoten, mannen verleiden en nooit als het beste was voorgezet, had nu het rijk alleen en maakte daar uitbundig gebruik van. Het hinkelde en pinkelde, verleidde mannen, duwde af, boog en sprong en klemde alsof het amper twintig was.
Het hoeft geen betoog dat het daarmee het oude vrouwtje met een ontzettend kwalijke reputatie opzadelde. Zo slecht dat zij, zich met haar klauwhandjes uit alle macht van vensterbank naar vensterbank slepende, van schande is verhuisd naar een dorpje ver van hier, met achterlating van vele goede herinneringen.
Hoe het nu met haar gaat weet ik helemaal niet, want zij heeft nog niet geschreven. Het zal toch niet zijn dat ook haar rechterhand...

20.6.12

De man met een uitzonderlijk talent!



Onder ons is een man met een wel heel uitzonderlijk talent:
hij kan namelijk droevige gezichten tekenen in het wateroppervlak van zijn wasbak.
Hij is er zich evenwel niet van bewust dat dit een uitzonderlijk talent is.
En niemand die het hem zegt!

19.6.12

Twee mensen die absoluut niet naar liefde trachtten



Op de hoek van een drukke winkelstraat voltrok zich eens een ontmoeting tussen twee mensen die absoluut niet naar liefde trachtten.
"Neen, helemaal niet"
"Niet in het minst!"
"En ook vroeger niet!!"
"Neen, ik kan mij niets herinneren wat daar op wijst."
Zo verzekerden zij elkaar van hun tot levenshouding verworden gemoedsgesteldheid.
Wie hen niet kende kon het hoe en de draagwijdte van deze diepe conversatie onmogelijk bevroeden, noch van hoe zij zich hebben gevoeld eens zij elk hun weg weer gingen.

18.6.12

Van de apothekeres die geen twee keer nadacht!

Ze was apothekeres en bovenal bijzonder mooi!
Daarenboven was ze blond èn intelligent.
Een klant vroeg of zij ooit niet zo mooi was geweest, en minder slim?
Dat kon zij zich niet herinneren.
En of zij ooit haar lichaam had gebruikt om het zo ver te schoppen?
Dat was een onbeschofte vraag, was haar gevatte antwoord.
Dat had toch gekund, met dat lijf van u? antwoordde de klant op een toon die hij dacht schalks te zijn, maar die vooral zijn gebrek aan dagelijkse omgangsmanieren verried.
De bloedmooie intelligente apothekeres werd toen heel boos en begon - al wist zij maar al te goed dat uit boosheid niets goed kan komen - dodelijk efficiënt en onbedaarlijk na te denken.
De ongemanierde klant begreep eerst niet wat er aan de hand was, want hij was daartoe noch opgevoed, noch getraind, laat staan dat hij zoiets al had meegemaakt, maar hij werd snel gewaar dat al zijn bloed- en haarvaten opzwollen en kapot barstten. Indien dit niet met zulke vreselijke pijnscheuten gepaard was gegaan had hij zeker nog geil geknipoogd naar de apothekeres, want zo'n sujet was hij, maar in de plaats daarvan ontplofte zijn hoofd en spatte de inhoud over de dozen met babyvoeding!

(Voor een goed begrip wil ik wel even toelichten dat het de eerste keer was dat de apothekeres deze bijzondere, op boosheid gestoelde superkracht in zichzelf wist op te diepen anders had zij wel twee keer nagedacht!)

Een aforisme van oom Floris



Natuurlijk is rijkdom relatief, veel relatiever dan armoede.

16.6.12

De vrouw die van mij een beter mens moet maken zodat ik gelukkig kan sterven


Het was avond. Het weer was guur en helemaal niet opbeurend. Ik zou net de hand aan mezelf slaan toen er werd aangebeld. "Vooruit dan maar, de allerlaatste keer," dacht ik en keek van drie hoog uit het raam naar beneden om te weten wie dat kon zijn.

Het was de vrouw die van mij een gelukkig mens moet maken! Na al die jaren.

"Jij?"
"Ja!"
"Waarom?"
"Dat wil je toch nog steeds?"
"Ja. Wacht ik kom naar beneden."

Even was ik totaal verloren. Toen liep ik als een dolle bok naar beneden, gleed uit over een knikker, donderde van de trap en brak mijn nek.

13.6.12

Respectabiliteit en vriendschap!



Ik heb een bezorgde vriend. Hij maakt zich zorgen om mijn respectabiliteit, die inderdaad nogal fluctueert. Ben ik minder respectabel, dan stemt hem dit blijkbaar niet ontevreden, ben ik eens wat respectabeler, dan gaat hij zich zorgen maken en redetwisten. Nu word ik de laatste tijd steeds respectabeler en daar heeft hij het steeds moeilijker mee. Hij laat geen kans ongelegen om zijn afkeur te laten blijken. Hij doet schamper en hanteert zelfs onlogische argumenten. Omdat hij (nog steeds) een vriend is luister ik beleefd naar hem, dat is waarschijnlijk zelfs onderdeel van mijn toenemende respectabiliteit, maar hij lijkt dit niet naar waarde te schatten. Is het nu zo erg dat ik respectabeler wordt en mij daar goed bij bevindt? Hopelijk gaat finaal onze vriendschap hier niet onder lijden. Ik wil mijn vriend niet kwijt. Ik respecteer hem als het ware.
Hij hoeft ook niet zo argwanend te zijn. Binnenkort raak ik misschien weer een heel pak respectabiliteit kwijt. Dat is best mogelijk en het gebeurt vaak, als ik zo rond mij kijk. Ik hou u beslist op de hoogte!

12.6.12

Onomatopee voor twee


vroeger,

toen wij nog dachten
dat alleen wij twee er zouden zijn
en wij natuurlijk nog niets wisten
over wanklank en andere vormen
van menselijke akoestiek,

vroeger dus, (en waarschijnlijk juist daarom)

dachten wij alleen aan naarstig werken
aan een onomatopee voor twee
aan een ongehoorde klank!

11.6.12

De nieuwe klarinettist en zijn publiek


Morgen speel ik voor u op mijn nieuwe klarinet.
Maar ik kan geen klarinet spelen, beweert u!
Dat maakt toch niet uit, want ù kan niet luisteren!!
Dat ik het dus weer uit mijn hoofd moet zetten?
En als we nu eens allebei ons best doen?

10.6.12

Uit groeiende liefde

De liefde van mijn vrouw voor mij blijft steeds maar groeien en aangezien dat zelfs voor haar te veel wordt verdubbelt zij zich regelmatig. Toen zij nog met twee was vond ik dat hoogst attent en zelfs stimulerend. In bed, maar ook in tal van andere omstandigheden. Maar toen zij zich, uit steeds maar toenemende liefde, vervier- en daarna verachtvoudigde kreeg het iets pervers en werd het - vanuit mijn standpunt dan - gewoon niet meer te belopen. Toen zij zich verzestienvoudigde kon ik niet anders dan haar verlaten. Hoe zuiver haar bedoeling ook was.
"Dit wordt te veel schat, zoveel liefde verdien ik niet. Laten we een poosje uit elkaar gaan en zien wat er gebeurt," kondigde ik het aan.
Wat er toen uit inmiddels tweeëndertig kelen tegelijk kwam klonk prangend en heel gemeend maar kon ik met de beste wil van de wereld niet meer verstaan.

9.6.12

Misschientje en de Grote Logische Samenhang



Op haar tocht naar het enige ware en onverscheurbaar absolute, m.a. w. de Grote Logische samenhang, kon het niet anders of Misschientje maakte ook kennis met Maan. En Maan, de enige die weet hoe het met mensjes als Misschientje uiteindelijk afloopt, omdat hij weet hoe het met ons allemaal afloopt, besloot - uit medelijden en ook nog om wat anders - om haar mee te nemen en te tonen wat hij zoal zag op zijn nachtelijke ronde. De dingen waaraan hij, Maan, uiteindelijk helemaal niets vermocht. Hij deed dat uiteraard in de hoop dat… nu ja, in de hoop! (Want hij had geleerd slechts te hopen op een kleine logische samenhang!)

Misschientje daarentegen dacht dat het hem te doen was om de Grote Logische Samenhang en trok onmiddellijk een vèrstrekkend besluit, gebaseerd op de vaststelling dat als het licht schijnt voor de ene, het te donker moet zijn voor de andere. Zij vertelde Maan op dankbare toon van de oplossing die ter plekke bij haar was opgekomen en hoe hij daar aan mee kon werken door zich voortaan geheel afzijdig te houden, want hij begreep toch wat zijn vriendschap voor haar betekende?

Maan, in het licht van de Enige Echte Grote Maar Eigenlijk Nutteloos Om Te Bespreken Samenhang, wist dat hij dat onmogelijk kon beloven, zelfs als hij dat al had gewild, en trok hieruit het laatste besluit dat hij tot op heden heeft getrokken en besloot om nooit meer te wenen. Zo droeg Misschientje alweer geheel op haar eigen wijze bij tot de loop der dingen die wij nu allemaal kennen, al had zij eigenlijk veel meer op het oog, zoals wij allemaal ook wel begrijpen.

Een aforisme van oom Floris



Er zijn mannen die van alle markten thuis zijn, en er zijn mannen die naar alle markten gaan om maar niet thuis te zijn.

8.6.12

Totaal eerlijk



Nadat alles al een hele tijd goed tussen ons ging bekende mijn vriendin dat zij vanbinnen in feite hol is. Ik had zoiets al wel vermoed en gevoeld, maar wist toch niet goed hoe ik daarop moest reageren. Ik zei dus maar dat zoiets mij ècht niet uitmaakte, want ik ben uiteraard niet zo een man die de perfecte vrouw wil. Ik vermande mij en omhelsde haar zoals ik dat vroeger altijd heb gedaan, waarbij mij ineens voor het eerst opviel dat er in haar ook iets gonsde. Kon ik dat aangrijpen om te zeggen dat zij niet totaal eerlijk met mij was omdat zij mij nog iets verzweeg? Of was het gewoon een aspect van haar holheid dat zij nu niet meer hoefde te onderdrukken? Ik kan u wel zeggen dat het na verloop van tijd behoorlijk op mijn zenuwen begon te werken.

5.6.12

De eerste date



Op basis van hun chats was de grootste man op aarde gaan denken dat zij perfect bij elkaar pasten. Het was dan ook wennen bij de eerste date. Maar hij bleef beleefd!

Tristan


Reeds op prille leeftijd zocht de jonge Tristan contact met de wereld van de aforisten.
Hij dacht daar later vaak met enige weemoed aan terug en besloot dan steevast:
"Ja, voor ik het wist was ik aforist."

4.6.12

Perverse gedachten



Dat zij vaak perverse gedachten koesterden brachten zij zelden ter sprake. Die moesten wij er dan ook uit trèkken! Wij waren toen al eenzaam.

3.6.12

In mijn dromen



Ik heb nu gedroomd dat de vrouw van wie ik nog altijd hou en aan wie ik alle dagen denk, mij rechtstreeks aansprak en mij bezwoer dat het echt niet kon zijn, om allerlei voor mij pijnlijke redenen. Zelfs niet in mijn dromen dus.

2.6.12

De rijmende boodschapper



Hij was net boodschapper geworden en iedereen wenste hem succes! 
Hij kreeg schouderklopjes en kwam op radio en televisie.
"Zeg hen maar eens waar het op staat," schreeuwden zijn minder mondige acolieten er doorheen.
Van boven op zijn ondraaglijk onbedwingbaar monster wist hij best zijn mond te roeren en het monster deed zijn best getemd te lijken. Het dronk ons water en liet geen boertjes.
Maar na een tijd was het gedaan met zijn boodschapperij. Hij bleef altijd steken in hetzelfde rijm. Het monster zakte door zijn rug en gromde gans de tijd. Men hoorde ook van mensen die gebeten werden.

1.6.12

Een aforisme van oom Floris



Vaak zijn het mensen die niet luisteren die dingen doen die niet horen.

Kwestie van aanpak




"En hoe gaat het met je man?"
"Tja, wat moet ik zeggen… Hij vindt eigenlijk alles zo vanzelfsprekend."
"O! Dat had de mijne ook een tijd geleden."